5.6.1 Draairichting veranderen
De draairichting kan worden omgekeerd door het uitwisselen
van twee fasen van de motorkabel.
5.7
Motor-aansluitschema's
Wees voorzichtig!
Een incorrect elektrisch schakeltype
leidt tot uitval van de electromotor.
Let op het schakeltype.
Bedrijfs-
Bedrijfsfre-
spanning
quentie
230/400V 5/3 50Hz
275/480V 5/3 60Hz
220-240V
50Hz
230V
50Hz
380-420V
400V
60Hz
50Hz
655-725V
690V
60Hz
440-480V
60Hz
460V
Motorspanning (motortypeplaatje)
400/690V 5/3 50Hz
655-725V 3
448-480V 5
460-500V 5
W2 U2
V2
5
U1
V1 W1
L1
L2
L3
W2 U2
V2
W2 U2
3
U1
V1 W1
U1
V1 W1
L1
L3
L1
L2
L2
W2 U2
U1
V1 W1
L1
L2
W2 U2
V2
W2 U2
3
U1
V1 W1
U1
V1 W1
L3
L1
L2
L1
L2
5.7.1 Aansluiting NTC-weerstandselement
Vanwege verschillende motorproducenten en bouwgroot-
tes kunnen er afwijkingen zijn. Raadpleeg de bij de motor
geleverde documenten en informatie in de deksel van de
aansluitkast.
1
Belangrijk!
50Hz
60Hz
- Meetspanning van max. 2,5 V gelijkstroom !
60Hz
- Alleen gebruiken in combinatie met een schakelapparaat!
- Gebruik een meetbank of ohmmeter voor het controleren
van de weerstanden.
- Bezetting van de klemmen A1 en A2 (indien aanwezig) bij
uitval van een PTC element.
V2
5
5.8
Frequentieregelaar gebruiken
L3
V2
Belangrijk!
3
Bijgevoegde gebruiksaanwijzing in acht nemen!
L3
V2
Belangrijk!
5
Frequentieregelaar niet gebruiken in explosieveilige om-
gevingen.
L3
Installatie / inbouw
A2
A1
van het schakelapparaat
2
29