6
|
Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
6.7 Een externe temperatuursensor instellen
Uitgebreide handleiding voor de installateur
66
Gebruik de BBR16-vermogenbeperking wanneer u aan de BBR16-voorschriften
moet voldoen (Zweedse energievoorschriften).
U
kunt
de
BBR16-vermogenbeperking
energieverbruikbesturingen combineren. Als u dat doet, gebruikt de unit de meest
beperkte besturing.
P
i
a
BBR16
P
Opgenomen vermogen
i
t Tijd
BBR16 BBR16-beperkingsniveau
a Vermogenbeperking ingeschakeld
b Werkelijke opgenomen vermogen
Op-/instelling en configuratie
▪
Geen bijkomend apparatuur nodig.
▪
Stel via de gebruikersinterface de instellingen voor de besturing van het
energieverbruik in [9.9] (zie
-
BBR16 inschakelen
-
Geef het gewenste niveau van vermogenbeperking in
U
kunt
1
externe
omgevingstemperatuur binnen of buiten. We adviseren om een externe
temperatuursensor te gebruiken in de volgende gevallen:
Binnenomgevingstemperatuur
▪
Wanneer een kamerthermostaat de temperatuur regelt, meet de speciale
interface voor menselijk comfort (BRC1HHDA als kamerthermostaat gebruikt) de
omgevingstemperatuur binnen. Daarom moet de interface voor menselijk
comfort op een plaats geplaatst worden:
-
Waar de gemiddelde temperatuur in de kamer gedetecteerd kan worden
-
Dit betekent: NIET aan rechtstreeks zonlicht blootgesteld
-
Dit betekent: NIET in de nabijheid van een warmtebron
-
Dit betekent: NIET door buitenlucht of tocht door bijv. het openen/sluiten van
deuren
▪
Indien dit NIET mogelijk is, adviseren we een afstandsbinnensensor aan te sluiten
(optie KRCS01-1).
▪
Opstelling: Voor installatie-instructies, zie de installatiehandleiding van de
afstandsbinnensensor en het bijlageboek voor optionele uitrustingen.
▪
Configuratie: selecteer kamersensor [9.B].
b
t
"Besturing
energieverbruik" [
temperatuursensor
aansluiten.
met
de
andere
4
224]):
Die
meet
EPRA14~18D + ETBH/X16E
Daikin Altherma 3 H HT W
4P644736-1C – 2023.02
kW-
de