6
|
Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
Uitgebreide handleiding voor de installateur
48
Configuratie
Instelling
Temperatuurregeling van de unit:
▪
#: [2.9]
▪
Code: [C‑07]
Aantal watertemperatuurzones:
▪
#: [4.4]
▪
Code: [7‑02]
In geval van warmtepompconvectoren:
Externe kamerthermostaat voor de
secundaire zone:
▪
#: [3.A]
▪
Code: [C‑06]
Kit twee zones geïnstalleerd:
▪
#: [9.P.1]
▪
Code: [E‑0B]
Systeemtype twee zones:
▪
#: [9.P.2]
▪
Code: [E‑0C]
Output afsluiter
Afsluiter
4
Zie "Bizonekit" [
234] voor meer informatie over de configuratie van de bizonekit.
Waarde
2 (Kamerthermostaat): De unit werkt
op basis van de omgevingstemperatuur
van de speciale interface voor menselijk
comfort.
Opmerking:
▪
Primaire kamer = speciale interface
voor menselijk comfort gebruikt als
kamerthermostaatfunctie
▪
Andere
kamers
kamerthermostaatfunctie
1 (2 zones): Primair + secundair
1 (1 contact): Als de gebruikte
externe kamerthermostaat
of warmtepompconvector enkel een
thermo AAN/UIT-staat kan sturen. Geen
onderscheid tussen een vraag naar
verwarming of een vraag naar koeling.
2 (Ja): Een bizonekit wordt geplaatst
om een extra temperatuurzone toe te
voegen.
0 (Zonder hydraulische
afscheider / geen directe
pomp)
1 (Met hydraulische
afscheider / geen directe
pomp)
2 (Met hydraulische
afscheider / met directe
pomp)
(Zie 3 hierboven beschreven
systeemvarianten)
Ingesteld om de thermovraag van de
primaire zone te volgen.
Als de primaire zone tijdens de
koelstand afgesloten moet worden om
geen condensatie op de vloer te
hebben, stel dit dan
dienovereenkomstig in.
=
externe
EPRA14~18D + ETBH/X16E
Daikin Altherma 3 H HT W
4P644736-1C – 2023.02