Aansluiten condensafvoer (TA-serie)
Het condenswater moet worden afgevoerd om waterschade in het toestel of de
kanalen te voorkomen. De slangaansluiting bevindt zich onder het toestel. Hierop
moet een gewapende slang worden aangesloten met een inwendige diameter van
10mm en een maximale lengte van 1,5m. Het condenswater moet via een sifon op de
riolering worden afgevoerd, zie onderstaande afbeelding.
Monteer hierna de condensafvoerslang in de slangaansluiting; de condensafvoer mag
niet knikken. Giet water in de lekbak om een waterslot te krijgen en controleer hierbij
tevens de condensafvoer op lekkage.
Aandachtspunten:
1. Een slangenklem moet worden gebruikt zodat de afvoer later nog eenvoudig
gedemonteerd en schoongemaakt kan worden.
2. De afvoerslang moet onder afschot worden geplaatst en mag niet knikken, zodat
het water gemakkelijk kan worden afgevoerd. De slang mag absoluut niet direct
worden aangesloten op de riolering (i.v.m. geur).
Onderaanzicht
12
Zijaanzicht