OVERZICHT SYSTEEM
Terminologie
Terminologie betreffende het systeem
(a) Warmterecuperatiesysteem:
De binnenunits zijn met de buitenunit verbonden via een
RB-box. Er is een enkelvoudige box beschikbaar (voor 1
binnenunit) en een uitvoering voor 4 binnenunits.
Binnenunits aangesloten via een RB-box kunnen
simultaan koelen en verwarmen. Een binnenunit die niet
via een RB-box is aangesloten, kan enkel koelen.
(b) Warmtepompsysteem:
Standaardsysteem. Binnenunits die aangesloten zijn op
dezelfde buitenunit kunnen niet simultaan koelen en
verwarmen.
(c) RB-groep (enkel voor warmterecuperatiesysteem):
Een groep binnenunits aangesloten op een
enkelvoudige of meervoudige RB-box. In een RB-groep
kan niet simultaan gekoeld en verwarmd worden.
(d) Bedieningsgroep:
Alle binnenunits die via de kabel van de
afstandsbediening verbonden zijn. Elk van de
afzonderlijke binnenunits vertegenwoordigt een
bedieningsgroep.
(e) Koelsysteem:
Binnen- en buitenunits die verbonden zijn door
dezelfde koelleidingen.
(f)
Systeem:
1, 2 of meer koelsystemen die verbonden zijn door
dezelfde transmissiekabel.
(g) Centrale afstandsbediening:
Een centrale bediening kan de verschillende bedieningsgroepen
bedienen. Er is een System Controller, een touchscreenbediening
en een centrale afstandsbediening.
(h) Standaard afstandsbediening:
Een standaard afstandsbediening bedient 1
bedieningsgroep. Het betreft hier een standaard
bediening. Deze bediening kan niet gebruikt worden
samen met een 3-draadsbediening wel met een
draadloze bediening.
Terminologie betreffende de adressering
Adres koelcircuit:
(i)
De unieke ID voor elk koelcircuit, gebruikt voor de
bediening.
Adres binnenunit:
(j)
Een unieke ID voor elke binnenunit.
(k) Adres afstandsbediening:
Een
unieke
ID
voor
bedieningsgroep vormen (naast de unieke ID voor
elke binnenunit).
binnenunits
die
een
Adres 2-draadsbediening:
(l)
Deze ID is gebruikt voor de bediening en is toegewezen aan
2-draadsbedieningen en binnenunits in een bedieningsgroep.
De ID bestaat uit een 'systeemnummer' met 3 cijfers en een
'unitnummer' met 2 cijfers. De ID's worden automatisch
toegekend als het adres van de afstandsbediening van alle
binnenunits in de bedieningsgroep op "0" staat.
(m) Systeemnummer:
Duidt unittypes aan in de bedieningsgroep die bestaat
uit 2-draadsbedieningen.
001: Afstandsbediening, 002: Binnenunit
(n) Unitnummer:
Dit nummer wordt toegewezen aan individuele units in
een bedieningsgroep die bestaat uit 2-
draadsbedieningen. Wanneer het adres van de 2-
draadsbediening handmatig ingesteld wordt, kunnen
andere reeds bestaande adressen in de
bedieningsgroep niet gebruikt worden.
NL-2