REMKO-ruimtetemperatuurregeling
Ventilatorkeuzeschakelaar
Het apparaat beschikt over drie instelmogelijk-
heden voor de ventilatorsnelheid. Met het
indrukken van deze ventilator-toets kunt u verschil-
lende ventilatorsnelheden selecteren. De selectie
doorloopt hierbij een cirkel van "laagste niveau"
naar "hoogste niveau" en de "automatische"
functie.
Bedrijfskeuzeschakelaar
De toets " " schakelt de weergave van de tempe-
ratuur aan of uit. Ook als de temperatuur ver-
borgen is, kunnen andere symbolen worden weer-
gegeven.
Temperatuurregelaar
Met de temperatuur-pijltoetsen kan de gewenste
instelwaarde worden ingesteld. Deze wordt ter
controle in het display weergegeven.
Menu-toets
Met de "Menu-toets" schakelt u tussen de weerga-
vemogelijkheden in het display. Door het indrukken
van de toets schakelt u naar de volgende weerga-
vemodus:
Gemeten ruimtetemperatuur
Ingestelde temperatuur
Watertemperatuur van de aanvoer
ECO-functie geactiveerd
Bij de eerste drie weergavemogelijkheden veran-
dert het display na korte tijd en wordt de gemeten
ruimtetemperatuur weer weergegeven. Bij de
weergave van de ECO-functie blijft het display
ongewijzigd - de temperatuur wordt niet weerge-
geven.
Houd de menu-toets ingedrukt om tussen de modi
"Koelen" en "Verwarmen" te schakelen. De
momenteel geactiveerde modus wordt in het dis-
play HEA (verwarmen) of COO (koelen) weerge-
geven. Druk nu op de "Ventilator-toets" om tussen
de modi te schakelen. Door op een van de andere
twee toetsen te drukken, wordt de modus geacti-
veerd die op dat moment op het display wordt
weergegeven.
8
¯
¯
¯
Als de bedrijfsmodus wordt geselecteerd door
middel van een hoger niveau van besturing, is
het niet toegestaan om de modus op het appa-
raat zelf te wijzigen.
Display afbeeldingen
Het display geeft de temperaturen in °C weer en
de ingestelde bedrijfsmodi. Bij het omschakelen
tussen de ventilatorsnelheden worden deze geïllu-
streerd met de volgende symbolen:
1
2
Afb. 2: Ventilatorniveau
1: Niveau 1
2: Niveau 2
3: Niveau 3
4: Niveau AUTO
Afhankelijk van het systeem en de apparaatconfi-
guratie kunnen drie extra symbolen worden weer-
gegeven:
2-draadssystemen
- Verwarmingsmodus, klep geopend
- Koelmodus, klep geopend
4-draadssystemen
- Verwarmingsmodus, klep geopend
- Koelmodus, klep geopend
Als een symbool knippert, wordt de aandrijving tij-
delijk gedeactiveerd vanwege een andere functie
en moet deze eventueel handmatig opnieuw
worden geactiveerd om de functie van het appa-
raat te waarborgen.
Voorbeelden:
n
De temperatuurvoeler bij de aanvoer voorkomt
dat de ventilator start omdat de gemeten tem-
peratuur te laag is.
n
De regeling is gedeactiveerd, omdat de 3-weg-
klep een synchronisatierun ondergaat.
3
4