Temperatuurbesturing
Als een functie temperatuurgestuurd moet worden,
moet de temperatuurbesturing worden ingescha-
keld (tc = temperature control). In de Afb. 12 is de
temperatuurbesturing ingeschakeld ("on").
Afb. 12: Kengetal temperatuurbesturing
Tijdsturing
Als een functie tijdgestuurd moet worden, moet de
tijdbesturing worden ingeschakeld en het tijdven-
ster worden ingesteld (cc = clock control). In de
Afb. 13 is de tijdbesturing ingeschakeld ("on").
Afb. 13: Kengetal tijdbesturing
Starttijd van het tijdvenster
Bij het instellen van de starttijd van een tijdvenster
wordt links van de starttijd het volgende weerge-
geven (zie Afb. 14):
n
n
Nummer van het tijdvenster 1 ... 3, waarvan de
starttijd werd ingesteld (hier: 1)
n
"on"
Afb. 14: Kengetal tijdvenster Start
Eindtijd van het tijdvenster
Bij het instellen van de eindtijd van een tijdvenster
wordt links van de eindtijd het volgende weerge-
geven (zie Afb. 15):
n
n
Nummer van het tijdvenster 1 ... 3, waarvan de
eindtijd werd ingesteld (hier: 1)
n
"off"
Afb. 15: Kengetal tijdvenster Eind
De starttijd ligt altijd voor de eindtijd! Word
geprobeerd de starttijd later dan de eindtijd in
te stellen, wordt de eindtijd automatisch mee-
geschoven.
19