6. Installatie
6.1. Openen
Het laadstation moet
worden uitgeschakeld
voordat het wordt
geopend.
1
2
6.2. Monteren
Controleer vóór het monteren van het laadstation of alle kabels aanwezig zijn:
• 3 Ph + N + Aarde (T) voor een driefasig laadstation, draaddiameter: 5G10 or 5G16 flexibel of stijf of 1 Ph + N + Aarde (T) voor een
eenfasig laadstation, draaddiameter: 3G10 of 3G16 flexibel of stijf,
• een SYT2-kabel voor uitlezen op afstand of, indien niet aanwezig, een kabel met 1 aderpaar (bedrade verbinding) met een TIC-kaart,
• een 2-draadskabel (2 x 1,5 mm
• de minimale draaddiameter voor een laadstation met een stroomsterkte van 32 A is 10 mm².
N
N
N
N
ID 30 mA
ID 30 mA
) voor de 'Shunt Trip'-functie en/of de Dag-/Nachtfunctie (D/N) (optioneel),
2
1
1,3
meter
van de
grond
Bij het verlaten van de fabriek zijn het frame en voorpaneel niet
vastgeschroefd en is de kabel van de elektronische kaart van de
led aan de voorkant niet aangesloten.
3
2
8
7