19. Technische kenmerken
• Laadstation
Omgevingsomstandigheden
Gebruikstemperatuur
Opslagtemperatuur
Relatieve vochtigheid
Bescherming
Maximale bedrijfshoogte
Vervuilingsgraad
Gebruik
Elektrische kenmerken
Spanning
Gebruiksfrequentie
Nominale isolatiespanning Ui
Elektrische bescherming laadstation
Elektrische bescherming van het laadstation als laadmodus 2 is
geleverd
Maximale laadstroom/laadspanning modus 3 T2-/T2S-contact (af-
hankelijk van de versie)
Maximale laadstroom/laadspanning modus 2 TE-contact (afhankelijk
van de versie)
Elektrische veiligheidsklasse
Overspanningscategorie
Aardverbindingsschema
Minimale/mogelijke bedrading
Mechanische kenmerken
Gewicht
Maximaal ondersteund gewicht van de kabelhouder die aan het
laadstation is bevestigd
Hoogte
Breedte
Diepte
Classificatie
Opgenomen vermogen
Uitgaand vermogen
Omgevings- en gebruiksomstandigheden
Locatie
Type montage
Apparatuurcategorie
Laadmodus
Adapter
Kabelverlenging
• Identificatie van compatibiliteit voertuig
-25 °C tot 50 °C
-35 °C tot 70 °C
5% tot 95%
IP 55 – IK 10
2000 m
3
bestemd voor privégebruik
230 V~ / 400 V~ (driefasige versie) -15% / +10%
50/60 Hz +/- 1%
250 V~ / 500 V~
Stroomonderbreker 40A, C-curve, energiebeperkingsklasse I²t 3, op
een stroomkring die niet meer dan 6 kA kan leveren bij kortsluiting (of
gelijkwaardig)
Stroomonderbreker 16 A, C-curve, energiebeperkingsklasse I²t 3, op
een stroomkring die niet meer dan 6 kA kan leveren bij kortsluiting (of
gelijkwaardig).
32 A - 7 kW (eenfasige versie) / 32 A - 22 kW (driefasige versie)
16 A - 4 kW (eenfasige versie) / 16 A - 11 kW (driefasige versie)
16 A - 4 kW
Klasse 1 (aardverbinding)
3
TN-S, TN-C-S, TT
10 mm² een- of meeraderig/16 mm² meeraderig.
Alleen het gebruik van een koperen geleider is toegestaan.
6,2 kg
7 kg
549 mm
250,5 mm
173 mm
Voedingssysteem voor elektrische voertuigen (EV), dat wordt aange-
sloten op het AC-voedingsnet (permanent verbonden)
AC-voedingssysteem voor EV
binnen- en buitengebruik
apparatuur voor gebieden met beperkte toegang en gebieden met
onbeperkte toegang
opbouwmontage op muur, op staander, vaste paal, kolom en buis.
Horizontale installatie aan het plafond of op de vloer is verboden
1
modus 3 via T2-/T2S-contact en modus 2 via TE-contact, afhankelijk
van de versie
er mag geen stekkeradapter worden gebruikt tussen het laadstation
en de oplaadkabel of tussen de oplaadkabel en de auto
de oplaadkabel mag niet worden verlengd. De oplaadkabel moet uit
één stuk bestaan en mag maximaal 7 m lang zijn
27