REMKO SKT IT
Alle weergegeven symbolen in de LCD-weer-
gave dienen alleen voor een beter overzicht.
Tijdens het bedrijf verschijnen in het LCD-ven-
ster alleen de symbolen die relevant zijn voor
de desbetreffende functies.
Toetsfuncties
De overdracht van de instellingen wordt door een
symbool op het display aangegeven.
Modus "Auto" (Neem de aanwijzingen in acht!)
Controleer of de binnenunit op de stroomvoorzie-
ning is aangesloten en is ingeschakeld.
De aanduiding van de bedrijfsmodus op het aan-
duidingsveld van de binnenunit begint te knip-
peren.
1.
Druk op de toets "MODE" om de bedrijfs-
modus "Auto" te selecteren.
2.
Druk op de toets "Pijl omhoog/omlaag" om
de gewenste temperatuur in te stellen. De
temperatuur kan tussen 17°C-30°C in
stappen van 1° worden ingesteld.
3.
Druk op de toets "ON/OFF" om de aircondi-
tioning in te schakelen.
3
1
Afb. 8: Modus "Auto"
14
2
Belangrijke aanwijzing
In de "Automatische modus" kiest de aircondi-
tioning automatisch tussen de koel-, circulatie-
en verwarmingsmodus.
Bij multi-split-systemen, die kunnen koelen of
verwarmen, ontstaat er bij het gebruik van de
modus "Automatisch" een conflict tussen de
modi (fout P5). Om deze fout te vermijden,
dient u daarom bij alle binnenunits de bedrijfs-
modus "Koelen" of "Verwarmen" te gebruiken.
Modus "Koelen", "Verwarmen" en "Circulatie"
Controleer of de binnenunit op de stroomvoorzie-
ning is aangesloten en is ingeschakeld.
1.
Druk op de toets "MODE" om de bedrijfs-
modi "Koelen", "Verwarmen" of "Circulatie" te
selecteren.
2.
Druk op de toets "Pijl omhoog/omlaag" om
de gewenste temperatuur in te stellen. De
temperatuur kan tussen 17°C-30°C in
stappen van 1° worden ingesteld.
3.
Druk op de toets "FAN" om de vier niveaus
voor de ventilatorsnelheid (auto, langzaam,
gemiddeld en snel) te selecteren.
4.
Druk op de toets "ON/OFF" om de aircondi-
tioning in te schakelen.
4
1
3
Afb. 9: Modus "Koelen", "Verwarmen" en "Circu-
latie"
2