Inhoudsopgave
Advertenties
Bedieningshandleiding
Veiligheidssensor
3.2 Afmetingen
Alle maten in mm.
Veiligheidssensor met aansluitkabel
98
4
24
LED
1
54
Veiligheidssensor met stekker
107
4
24
LED
1
54
Bediensleutel CST 180-1
33,5
46
Bediensleutel CST 180-2
M18 x 1
¤16,6
Zadelklem H 18
M 5
17
33
46
4
3.3 Afstelling
De LED in de eindkap van de veiligheidssensor dient als afstelhulp.
De gele knipperende LED van een sensor geeft aan dat de
schakelafstand bijgeregeld moet worden. Verminder de afstand tussen
de sensor en de bediensleutel, todat de LED in de eindkap van de
veiligheidssensor een continu geel signaal geeft. In deze positie bereikt
de sensor een betrouwbare schakelpositie. (Zie ook werkingsprincipe
van de diagnose-uitgang).
De correcte functie moet altijd via de aangesloten veiligheidsmodule
getest worden.
3.4 Schakelafstand
De curven geven de in- en uitschakelpunten van de veiligheidssensor
weer door de nadering van de bediensleutel. De maximale afwijking
van de bediensleutel ten opzichte van het middelpunt van de sensor
bedraagt 7 mm. Een verdekte montage van de veiligheidssensor of de
bediensleutel vermindert de schakelafstand.
V
Typisch reactiebereik van de veiligheidssensor
S [mm]
10
8
5
0
[mm]
-8
-7
-6
-5
-4
-3
-2
Legende
S
Schakelafstand
V
Zijdelingse afwijking
S
Inschakelafstand
ON
S
Uitschakelafstand
OFF
S
Hysteresisbereik
H
S
Zekere schakelafstand
ao
S
Zekere uitschakelafstand
ar
NL
CSS 8-180
S
S
ar
S
OFF
S
ON
S
ao
V [mm]
-1
0
1 2 3 4
5 6 7 8
S
= S
-S
H
OFF
ON
Advertenties
Inhoudsopgave
