Inhoudsopgave
Advertenties
Bedieningshandleiding
Veiligheidssensor
Veiligheidsingangen X1/X2:
Nominale bedrijfsspanning U
:
e
gestabiliseerde voeding (volgens IEC 60204-1)
Nominale bedrijfsstroom I
:
e
Aanvaarde testimpulsdoor op ingangssignaal:
- bij een testimpulsinterval van:
Classificatie:
Daling:
C1
Veiligheidsuitgangen Y1/Y2:
Nominale bedrijfsstroom l
:
e1
afhankelijk van de omgevingstemperatuur
Gebruikscategorie:
Spanningsval:
Lekstroom l
:
r
Testimpulsduur:
Testimpulsinterval:
Classificatie:
Bron:
C0
Diagnoseuitgang:
Nominale bedrijfsspanning U
:
e2
Nominale bedrijfsstroom l
:
e2
Gebruikscategorie:
Externe kortsluitvoorziening:
2.6 Classificatie
Voorschriften:
PL:
Categorie:
PFH:
SIL:
Gebruiksduur:
24 VDC -15% / +10%
≤ 1,0 ms
≥ 100 ms
ZVEI CB24I
Bron:
C1
C2
p-schakelend, kortsluitvast
max. 0,5 A
DC-12 U
/I
24 VDC / 0,5 A
e
e
DC-13 U
/I
24 VDC / 0,5 A
e
e
< 0,5 mA
≤ 2,0 ms
2.000 ms
ZVEI CB24I
Daling:
p-schakelend, kortsluitvast
ligt max. 4 V onder U
max. 0,05 A
DC-12 U
/I
24 VDC / 0,05 A
e
e
DC-13 U
/I
24 VDC / 0,05 A
e
e
Smeltveiligheid:
1,0 A bij uitgangsstroom ≤ 200 mA
1,6 A bij uitgangsstroom > 200 mA
ISO 13849-1, IEC 61508
2,5 x 10
geschikt voor toepassingen in SIL 3
3. montage
3.1 Algemene montage-instructies
1 A
Bij de montage moeten de eisen van ISO 14119 (vooral
paragraaf 7) gerespecteerd worden.
De component kan in willekeurige positie gemonteerd worden.
C3
De enige voorwaarde is dat de actieve oppervlakken van de
veiligheidssensor en de bediensleutel zich tegenover elkaar bevinden.
De behuizing van de sensor mag niet als aanslag gebruikt worden. De
veiligheidssensor mag uitsluitend in de zekere schakelafstanden ≤ s
en ≥ s
gebruikt worden.
ar
De veiligheidssensor kan met de meegeleverde moeren M18
0,5 V
(sleutelmaat 24) bevestigd worden. Het maximale aandraaimoment
bedraagt 500 Ncm. Alternatief kan de zadelklem H 18 (toebehoren)
voor de bevestiging gebruikt worden.
Een verdekte montage is mogelijk, wat echter de schakelafstand
beperkt. Die beperking is minder, als de sensor boven het materiaal
uitsteekt.
De bediensleutel CST 180-1 heeft twee over 90° gedraaide
bevestigingsopeningen. Het maximale aandraaimoment van de
e
meegeleverde schroeven bedraagt 100 Ncm.
De bediensleutel CST-180-2 wordt in een voorbereid tapgat M 18
geschroefd. Gebruik hiervoor de sleuf aan de voorkant.
De bediensleutel of de klem moet via geschikte maatregelen
(gebruik van eenwegschroeven, lijmen, uitboren van de
schroefkoppen, borgen met pennen) onlosmakelijk aan
de beschermvoorziening bevestigd worden en tegen
e
verschuiven beveiligd worden.
4
-9
/ h
Om een wederzijdse beïnvloeding en een reductie van de
schakelafstanden te vermijden, moeten de volgende opmerkingen in
20 jaar
acht genomen worden:
• De aanwezigheid van metalen delen in de nabijheid van de sensor
kan de schakelafstand beïnvloeden
• Houd metaalspanen uit de buurt van de sensor en de bediensleutel
• Minimumafstand tussen twee sensoren: 100 mm
Bij gebruik in omgevingstemperaturen < −-10 °C moeten de
aansluitkabels vast getrokken worden.
NL
CSS 8-180
ao
3
Advertenties
Inhoudsopgave
