Vul de gewenste kamertemperatuur als volgt in:
⇒
Draai de rechter instelknop tot de cursor voor het
invoerveld van de ingestelde kamertemperatuur
staat.
In het displaysegment met toelichtingen verschijnt de
tekst "Gewenste kamertemp. selecteren".
⇒
Klik met de rechter instelknop.
Het invoerveld wordt invers weergegeven.
⇒
Draai de rechter instelknop tot de gewenste waarde
wordt weergegeven (waarden tussen 5 °C en 30 °C
in stappen van een halve graad en de vorstbeveili-
ging zijn mogelijk).
⇒
Klik met de rechter instelknop.
De gewenste kamertemperatuur resp. vorstbeveiliging is
ingesteld. De weergave gaat weer van invers naar nor-
maal.
4.7.3
Parameters voor verwarmingscircuit invoeren
U kunt de volgende parameter invoeren:
— verlagingstemperatuur
Buiten de vastgelegde tijdvensters wordt de CV op de
verlagingstemperatuur ingesteld.
Indien uw installateur de vorstbeveiliging heeft
ingesteld, bedraagt de verlagingstemperatuur auto-
matisch 5 °C. Er volgt geen weergave als verlagings-
temperatuur.
— Stooklijn
De samenhang tussen de buitentemperatuur en de
vereiste aanvoertemperatuur wordt weergegeven in
een diagram met verschillende stooklijnen
(zie afb. 4.15). Iedere stooklijn (van 0.2 - 4.0) geeft
voor de desbetreffende buitentemperatuur (horizon-
tale as in grafiek) een waarde voor de
aanvoertemperatuur weer (verticale as van de
grafiek).
Gebruiksaanwijziging calorMATIC 430 0020044242_01
Aanvoertemperatuur
in C
90
80
70
60
50
40
30
20
20
15
10
5
Afb. 4.15 Diagram met stooklijnen bij een ingestelde kamertem-
peratuur van 20 °C
Voorbeeld:
Als bij een ingestelde kamertemperatuur van 20 °C
stooklijn 1.5 werd geselecteerd, zorgt de
klokthermostaat bij een buitentemperatuur van 0 °C
voor een aanvoertemperatuur van 56 °C.
Of de aanvoertemperatuur afhankelijk van de buiten
temperatuur minder of meer moet stijgen, wordt in de
diverse stooklijnen aangegeven.
h
Aanwijzing!
In een goed geïsoleerde woning kan met een
vlakke stooklijn een aangename kamertempera-
tuur worden bereikt. Zo bespaart u energie.
Laat u bij de keuze van de stooklijn adviseren
door uw installateur.
Voor het invoeren van de parameters gaat u als volgt te
werk (voorbeeld verwarmingscircuit 1):
⇒
Draai de linker instelknop tot de displaypagina
"Cv1 parameter" verschijnt.
Cv1
Parameter
Verlagingstemp.
Stooklijn
> Temperatuur kiezen
Afb. 4.16 Displaypagina
⇒
Draai de rechter instelknop, tot de cursor voor de
waarde van de verlagingstemperatuur staat.
In het displaysegment met toelichtingen verschijnt de
tekst "Temperatuur kiezen".
Bediening 4
Stooklijnen
4.0
3.5
3.0
2.5
2.0
0
– 5
– 10
– 15
Buitentemperatuur in C
8
15 . 0 ° C
1 . 2
8 (voorbeeld)
1.5
1.2
1.0
0.6
0.2
– 20
8
19