5. Demonteer de schuimspuitdoppen en vervang de
schuimsponzen.
6. Verwijder alle zeep en vloeistoffen uit de tank om
vriesschade te voorkomen.
Stalling
1. Parkeer het voertuig op een horizontaal oppervlak, stel
de parkeerrem in werking, schakel de pomp uit, zet de
motor af en verwijder het sleuteltje uit het contact.
2. Laat de druk van de tank door de tankvuldop te
openen, plaats de tankvuldop en draai deze met de
hand aan.
3. Koppel de slangen voor lucht en vloeistof af van de
tank.
Opmerking: Vervang de slangen voor lucht en water
samen met de meegeleverde slangkoppeling.
4. Demonteer de schuimspuitdoppen en vervang de
schuimsponzen.
5. Verwijder alle zeep en vloeistoffen uit de tank om
vriesschade te voorkomen.
14