Gebruiksaanwijzing
De bedieningselementen
gebruiken
Schakelaar rechterspuitboom – schakelt de compressor in,
wat ervoor zorgt dat water en lucht naar de rechterspuitboom
worden geleid.
Schakelaar linkerspuitboom – schakelt de compressor in,
wat ervoor zorgt dat water en lucht naar de linkerspuitboom
worden geleid.
Opmerking: Het is mogelijk om met de beide spuitbomen
tegelijk schuimmarkeringen te maken.
Indicatormarkering – aan de zijkant van de tank. Geeft het
peil van de oplossing in de tank aan.
Schuimregelklep – bepaalt de dikte van de schuimoplossing.
Door de klep meer open of dicht te zetten bepaalt u de
hoeveelheid zeepoplossing die naar de schuimspuitdoppen
gaat. Meer stroom zorgt voor grotere en meer frequente
schuimdruppels en minder stroom zorgt voor kleinere,
minder frequente schuimdruppels.
Opmerking: Bij veel wind is een waterige markeeroplossing
misschien beter.
Overdrukklep – trek de rode lip van de tankdop naar buiten
om de druk in de tank weg te nemen.
De tank vullen en de dichtheid
wijzigen
Belangrijk: Spoel het systeem na gebruik telkens met
schoon water, vooral als u hard water hebt gebruikt.
Behandel de compressormotor niet met smeerolie, vet of
andere aardoliehoudende producten.
1. Zorg ervoor dat zowel de linker- als rechterschakelaar
van de spuitboom op het paneel in de stand Uit staat.
2. Trek aan het rode lipje van het overdrukventiel en
verwijder de zwarte dop van de tank.
3. Giet de juiste hoeveelheid water in de tank en voeg
vervolgens schuimconcentraat toe langs de opening
bovenaan de tank. Ga hierbij te werk volgens de
aanwijzingen van de fabrikant.
Belangrijk: Extreme pH-niveaus (hard of zacht)
van het water hebben invloed op de hoeveelheid
schuimconcentraat die nodig is.
4. Plaats de dop terug op de tank en draai vast met de
hand.
5. Voor het eerste gebruik opent u de regelklep voor de
schuimdichtheid 1/8 tot 1/4 slag linksom (Figuur 19).
1. Kwartslag open
6. Schakel het markeersysteem in en maak een testpatroon
op de grond.
Opmerking: Laat bij het eerste gebruik van het
markeersysteem het schuim gedurende 1 of 2 minuten
door de lijn stromen.
7. Stel de regelklep voor de schuimdichtheid zodanig in
dat u de gewenste dikte verkrijgt en ga normaal te werk
bij het spuiten.
Opmerking: Als u het schuim langer dan 2 uur in de
lijn laat, kan het waterig worden. Na een pauze van
2 uur of langer laat u de machine 1 tot 2 minuten lopen
om het overtollige water te verwijderen.
Ga als volgt te werk als het schuim in de machine erg
waterig is:
A. Draai de regelklep voor de schuimdichtheid
volledig dicht.
B. Werk gedurende 2 minuten met de machine.
C. Wacht 1 minuut en controleer de dikte van het
schuim.
D. Pas het schuim aan om de gewenste dikte te
verkrijgen.
Onderhoud
Klaarmaken voor de winter
1. Laat de druk van de tank door aan de losklep van de
tank te trekken.
2. Koppel de slangen voor lucht en vloeistof van de
tankdop.
3. Voeg de slangen voor lucht en water samen met de
meegeleverde slangkoppeling.
4. Laat de schuimmarkeerder 5 minuten voor elke kant
lopen.
Opmerking: Dit drijft de oplossing uit de solenoïden
en voorkomt vriesschade.
13
Figuur 19