5
Installatie
De volgende secties geven informatie over het
installeren van de gashaard:
Rookkanaal en dakdoorvoer plaatsen
Rookgastechnische installatie configureren
Dakdoorvoer bestaand rookkanaal aansluiten
C91 (optie)
Gashaard plaatsen
Gashaard stellen en monteren
Plateauondersteuning stellen
Doorlopende achterwand afwerken (optie)
Gashaard aansluiten
Reinigen en testen van de gashaard
Gasmeting
Duurzaamheidsmeting
Restrictieplaat plaatsen
Ombouw plaatsen en afwerken
Haardvulling plaatsen
5.1 Rookkanaal en dakdoorvoer plaatsen
Plaats het rookkanaal en de dakdoorvoer volgens
de instructies van de fabrikant. Houd rekening
met de materiaalvoorschriften. Zie:
Installatievoorschriften paragraaf 2.3.
5.1.1
Rookgastechnische installatie
configureren
WAARSCHUWING!
De gashaard is gekeurd volgens CE-norm
volgens CE-norm EN 613:2022. De keuring is
uitgevoerd in combinatie met concentrische
kanalensystemen (Ø 100-150 mm en 130-200
mm), star en/of flexibel, van het merk Kalfire
(T400-N1-W-V3-L50050 O55) of Stocker (T600
N1 W V2 L50040 O50). Om te blijven voldoen
aan de genoemde keuring mogen uitsluitend
deze kanalensystem worden toegepast op de
gashaard. Als er componenten of
kanalensystemen van andere fabricaten
toegepast worden zullen de garantie en de
goedkeuring van de gashaard vervallen.
LET OP!
Het concentrisch kanaal dient aan de buitenkant
op de verbinding tussen de elementen voorzien
te zijn van een afdichting in de vorm van een
rubberen ring of tape.
WAARSCHUWING!
Er mag geen flexibel kanaal direct op het toestel
worden aangesloten. De eerste meter vanaf het
toestel moet altijd met een vaste buis worden
uitgevoerd.
Na de eerste meter mag de binnenbuis
(rookgasafvoer) met een flexibele buis worden
uitgevoerd. De buitenbuis (verse lucht toevoer)
moet in zijn geheel bestaan uit een vaste buis of
bestaande schoorsteen. Een concentrisch kanaal
dat geheel uit flexibele buis is opgebouwd is niet
toegestaan.
OPMERKING
Afhankelijk van de gekozen kanaalconfiguratie en
kanaallengte zal de rookgastemperatuur tussen
de 200°C en 350°C zijn. Voor het configureren
van de schoorsteen zijn twee methoden mogelijk;
U configureert een schoorsteen aan de hand
van de schoorsteenberekening. Zie:
Schoorsteenberekening in paragraaf 4.2.
U kiest configuratie 1-6 behorende bij het
product. Zie: Kanaalconfiguraties 1 t/m 6 in
paragraaf 8.1.
5.1.2
Dakdoorvoer bestaand rookkanaal
aansluiten C91 (optie)
De rookgassen worden door een flexibele of
vaste buis afgevoerd. De luchttoevoer loopt via
het rookkanaal aan de buitenzijde van de
flexibele of vaste buis.
Bij gebruik van een bestaand rookkanaal moet
vooraf een visuele inspectie uitgevoerd worden
door de installateur. Het rookkanaal dient
minimaal een temperatuurklasse van T400 te
bezitten. De minimale afmetingen van het
bestaande rookkanaal dient gelijk te zijn aan de
diameter van het concentrisch materiaal 100/150
mm of 130/200 mm. Ook moet rekening
gehouden worden met de
schoorsteenberekening. Zie Schoorsteen-
berekening in paragraaf 4.2.
Figuur 4: Dakdoorvoer (C91)
16