Inhoudsopgave
Advertenties
of (alleen met ingestoken stroomtang)
Verdampingsdruk
of (alleen met ingestoken oliedruksonde)
Verdampingsdruk
Bij twee ingestoken NTC-voelers (T1/T2) wordt bovendien ∆t
getoond.
> [Min/Max/Gemidd./Normaal]: Min.- / Max.-meetwaarden,
gemiddelde waarden tonen (sinds het inschakelen).
6.2.2.
Dichtheidscontrole / Controle van de drukdaling
✓ De handelingsstappen uit het hoofdstuk „Meting voorbereiden"
werden uitgevoerd.
1.
[Modus]
2.
[Dichtheidscontrole]
-
Beeld dichtheidscontrole wordt geopend.
3. Dichtheidscontrole starten:
4. Dichtheidscontrole beëindigen:
-
Resultaat wordt getoond.
Met de temperatuurgecompenseerde dichtheidscontrole
kunnen installaties op dichtheid gecontroleerd worden.
Hiervoor wordt de installatiedruk en de
omgevingstemperatuur gedurende een vastgelegde tijd
gemeten. Hiervoor kan een temperatuurvoeler zijn
aangesloten, die de omgevingstemperatuur meet
(aanbeveling: schakel de oppervlaktecompensatiefactor uit
en gebruik NTC-luchtvoeler art.-nr. 0613 1712).
Zie ook Oppervlaktecompensatiefactor voor insteek- en
luchttemperatuurvoelers uitschakelen, pagina 18.
Als resultaat is informatie over het
temperatuurgecompenseerde drukverschil en over de
temperatuur aan begin/einde van de controle beschikbaar.
Als er geen temperatuurvoeler is aangesloten, dan kan de
dichtheidscontrole zonder temperatuurcompensatie worden
uitgevoerd.
indrukken.
Condensatiedruk
Gemeten stroomwaarde
Condensatiedruk
Gemeten oliedruk P
selecteren.
[Start]
indrukken.
[Stop]
indrukken.
6 Product gebruiken
ext
∆P
wordt getoond.
23
Advertenties
Inhoudsopgave
