Intrinsiekveilige stroomkringen:
- In intrinsiekveilige stroomkringen mogen uitsluitend geïsoleerde kabels en
leidingen met een testspanning van minimaal 500 V AC en een minimale kwaliteit
van H05 worden gebruikt.
- Met betrekking tot isolatie en scheiding bij klemmen en leidingen moet er rekening
mee worden gehouden dat de isolatietestspanning uit de som van de nominale
bedrijfsspanningen van intrinsiekveilige en niet-intrinsiekveilige stroomkringen
berekend wordt.
Voor het geval "intrinsiekveilig tegen aarde" levert dit een isolatiespanningswaarde
op van minstens 500 V (in het andere geval dubbele waarde van de nominale
bedrijfsspanning van intrinsiekveilige stroomkringen).
Voor het geval „intrinsiekvelige tegen niet-intrinsiekveilig" levert dit een
isolatiespanningswaarde op van minimaal 1500 V (in het andere geval de dubbele
waarde van nominale bedrijfsspanning plus 1000 V).
Lucht- en kruipafstanden bij intrinsiekveilige componenten
De lucht- en kruipafstanden tussen de blanke, geleidende onderdelen van
aansluitklemmen gescheiden, intrinsiekveilige stroomkringen tot geaarde of
potentiaalvrije, geleidende delen, moeten gelijk zijn aan, of groter dan de in tabel 5 van
de in de IEC/EN 60079-11 aangegeven waarden zijn.
Moet er rekening worden gehouden met intrinsiekveilige stroomcircuits, dan moet de
veiligheidsafstand tussen de blanke, geleidende onderdelen van de buitenste
aansluitingen voldoen aan de volgende vereisten
- minimaal 6 mm tussen de gescheiden, intrinsiekveilige stroomkringen
- minimaal 3 mm tussen geaarde onderdelen, wanneer er geen rekening is gehouden
bij de veiligheidsanalyse met een mogelijke aardverbinding
Serieklemmen in de Ex e behuizing
Bruggen mogen uitsluitend met de explosieveilige originele accessoires worden
X
gemaakt.
De daarvoor benodigde scheidingswanden moeten indien nodig worden geplaatst.
X
Gebruik indien nodig adereindhulzen of kabelschoenen als splijtbescherming.
X
De diameter van de splijtbescherming moet overeenkomen met de aderdiameter.
9
Installatie
Bij onjuist geïnstalleerde componenten is de explosieveiligheid niet langer
gewaarborgd.
Bijgevoegde documentatie zoals aansluitschema's moeten worden aangehouden.
Bij de inbouw van extra componenten moet erop worden gelet dat voor deze
componenten een „EG-typekeuringscertificaat" resp. een „IECEx Certificate of
Conformity" beschikbaar is. Bij dit type wijziging van het apparaat moeten de type-
en gegevensplaatjes overeenkomstig worden aangepast.
260172 / 815060300370
2011-05-23·BA00·III·nl·01
WAARSCHUWING
Besturingskast, besturing en verdeling
8150/5
Installatie
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
7