Inbedrijfstelling
NL
De leidingen moeten in de aansluitruimte zo worden gelegd dat
NL
de voor de betreffende aderdiameter toelaatbare minimale buigradii mogen niet
X
NL
onderschreden worden.
mechanische beschadiging van de aderisolatie door scherpe of bewegende metalen
X
NL
onderdelen uitgesloten zijn.
NL
NL
Elektrisch aansluiten
- Behuizing openen.
NL
- Leg de aansluitkabels in zo, dat de toegestane minimale buigradii niet onderschreden
NL
worden.
NL
- Sluit de aardedraad aan.
- Losse metalen deeltjes, verontreinigingen en vochtsporen verwijderen.
NL
- Na afronding van de werkzaamheden zorgvuldig de behuizing sluiten.
NL
- Isolatietesten overeenkomstig IEC/EN 61439-1 uitvoeren.
NL
Na afsluiting van de elektrische installatie moeten de volgende werkzaamheden
NL
uitgevoerd worden:
NL
- Aanbrengen van de aanraakbeveiliging.
NL
- Instelling van de regeleenheden op de gewenste waarde.
- Visuele controle op aanwezigheid van losse metaaldelen, verontreinigingen
NL
en vochtigheidssporen.
NL
NL
10
Inbedrijfstelling
NL
NL
De apparaten mogen uitsluitend in volledig gesloten behuizingen gebruikt worden.
NL
NL
NL
NL
Voor inbedrijfstelling
NL
- Vergewissen dat de componenten niet beschadigd zijn.
- Vergewissen dat het apparaat volgens de voorschriften geïnstalleerd is.
- Vreemde voorwerpen uit het apparaat verwijderen.
- Aanhaalmomenten controleren.
- Controleer of alle afdekkingen en scheidingswanden aan onder spanning staande
delen voorhanden en bevestigd zijn.
Voorzekering
- Installatie met aangegeven elektrische voorzekering beveiligen.
- Op het stopcontact (aansluitlocatie) voldoende kortsluitstroom voor een betrouwbaar
schakelen van de zekering waarborgen.
12
Besturingskast, besturing en verdeling
8150/5
Voor ongebruikte boringen in de behuizing moeten R. STAHL afsluitdoppen,
bijv. van de reeks 8290, voor ongebruikte kabel- en leidingsinvoeren
R. STAHL pluggen, bijv. van de reeks 8161 worden gebruikt.
WAARSCHUWING
260172 / 815060300370
2011-05-23·BA00·III·nl·01