GEBRUIKSAANWIJZING Ultrasone Tester PCE-FD 20
5 Meetprincipe
Het meetprincipe van de ultrasone tester is gebaseerd op de "Ultrasonic Contact" (NDT) methode. Bij
deze methode wordt gebruik gemaakt van ultrasone trillingen, die via de ultrasone transducer door
het testmateriaal gestuurd worden en vervolgens weer worden teruggekaatst. De hieruit
resulterende elektrische signalen worden versterkt, gedigitaliseerd en verwerkt en daarna verstuurd
naar het display, waar de data wordt weergegeven in verschillende weergavevormen.
5.1 Meetunit van de Ultrasone tester
De meetunit van de ultrasone tester zet de piëzo-elektrische transducer signalen om in digitale
signalen. Deze meetgegevens worden opgeslagen in het niet-vluchtige geheugen en kunnen van
daaruit over worden gedragen naar een PC.
Op afbeelding 6.1 ziet u de meetunit van de ultrasone tester. De bediening van de PCE-FD 20
geschiedt via de toetsen op het bedienpaneel. De signalen, de meetresultaten, de toestand van de
tester en verdere informatie wordt weergegeven op het LCD display. De aansluiting van de sensor
geschiedt via de coaxkabel met de LEMO connectors, aan de bovenzijde van de apparaatbehuizing.
Het apparaat wordt gevoed door drie AA batterijen, of door de meegeleverde externe oplader, welke
aangesloten wordt op de USB aansluiting, aan de onderzijde van de meetunit.
5.2 Probes
De ultrasone tester is ontworpen om te werken met contact transducers, dubbelvoudig element
transducers en gescheiden ultrasone transducers met een werkfrequentie in het bereik van 1-10,0
MHz.
Het apparaat maakt gebruik van een generator van bipolaire geluidspulsen met een instelbare duur,
waardoor de compatibiliteit met beide probes mogelijk wordt gemaakt. Afhankelijk van het type
probe maken we gebruik van twee soorten kabels en overeenkomstig twee manieren van aansluiten
van de probe:
- Ultrasonic transducers (type S) worden aangesloten via een enkelcontact LEMO kabel,
aan de linker LEMO connector;
- Dual (dubbelvoudig) element transducers (type D) worden aangesloten via een 2LEMO kabel,
de rechter connector wordt gebruikt voor de aansluiting van de ontvanger van het piëzo-elektrische
element, de linker voor de transmitter van het piëzo-elektrische element
7