Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Instellen Van De Signaalweergave; Instellen Van De Toename; Instellen Van De Scanduur; Instellen Van De Scanvertraging - PCE Instruments FD 20 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

7.3 Instellen van de signaalweergave

7.3.1 Instellen van de toename

Om de toename in te stellen selecteert u in het menu de parametergroep "Main"en vervolgens
"GAIN".

7.3.2 Instellen van de scanduur

Om de scanduur in te stellen selecteert u in het menu de parametergroep "Main"en vervolgens
"RANGE".

7.3.3 Instellen van de scanvertraging

Om de scanvertraging in te stellen selecteert u in het menu de parametergroep "Main"en vervolgens
"DELAY".

7.3.4 Instellen van de signaalbeperking

In sommige gevallen is het raadzaam de signalen op de verticale as te beperken, om de
perceptiekwaliteit van het signaal te verbeteren. Met deze methode kunnen geruis en andere kleine
amplitudes weggelaten worden van het beeldscherm, om bruikbare signalen beter weer te kunnen
geven. Om de signaalbeperking in te stellen selecteert u in het menu de parametergroep "Main"en
vervolgens "REJECT".

7.3.5 Peak melding

Het kan noodzakelijk zijn dat een peak melding wordt gegeven, voor de bepaling van een maximaal
signaal, tijdens het scannen van de reflector.

7.4 Meetinstellingen

7.4.1 Basisinstellingen van de stuurpoorten

De Ultrasone Tester beschikt over twee stuurpoorten: A en B. De configuratie van de poorten is een
basisinstelling.
Voor elke poort afzonderlijk kan worden ingesteld:
Het niveau van de stuurpoort als een percentage van de hoogte van het scherm.
De startcoördinaten van de stuurpoort.
De breedte van de stuurpoort (poortlengte).
Signaal (audio alarm wanneer het signaal de stuurpoort kruist).
7.4.1.1 Instellen van het drempelniveau van de stuurpoort
Om het drempelniveau van de stuurpoort in te stellen selecteert u in het menu de parametergroep
"Gates"en vervolgens "GATE". Hier kunt u de poort selecteren: A of B, en via "LEVEL" het
drempelniveau aanpassen.
7.4.1.2 Instellen van de startcoördinaten van de stuurpoort
Om de startcoördinaten van de stuurpoort in te stellen selecteert u in het menu de parametergroep
"Gates"en vervolgens "GATE". Hier kunt u de poort selecteren: A of B, en via "START" de
startcoördinaten aanpassen.
GEBRUIKSAANWIJZING Ultrasone Tester PCE-FD 20
19

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave