3. BEREIK
Indien de temperatuur of de vochtigheid buiten de
volgende limieten valt, kan de veiligheidsapparatuur
in bedrijf komen en de airconditioner afslaan,
en soms kan er water uit de binnenunit lekken.
Voor de combinatie met een R410A-buitenunit,
raadpleeg de volgende tabel:
Buitenunits
Buitentem-
peratuur
RZQG
71~140
Binnentem-
peratuur
Buitentem-
peratuur
RZQSG
71~1140
Binnentem-
peratuur
Buitentem-
peratuur
RZQ
200~250
Binnentem-
peratuur
Buitentem-
AZQS125
peratuur
(alleen
AVA125
Binnentem-
model)
peratuur
Vochtigheid binnenshuis ≤80%
Voor de combinatie met een R32-buitenunit, raadpleeg
de volgende tabel:
Buitenunits
Buitentem-
peratuur
RZAG
71~140
Binnentem-
peratuur
Buitentem-
peratuur
RZASG
71~1140
Binnentem-
peratuur
Buitentem-
AZAS125
peratuur
(alleen
AVA125
Binnentem-
model)
peratuur
Vochtigheid binnenshuis ≤80%
(a)
Opdat er geen condensatie en water uit het systeem
zouden druppelen. Indien de temperatuur of de
vochtigheid buiten deze condities valt, zou het kunnen
dat veiligheidstoestellen in werking worden gezet en dat
de airconditioner niet werkt.
D B: droge-bol-temperatuur
WB: natte-bol-temperatuur
Het insteltemperatuurbereik van de afstandsbediening
is 16°C tot 32°C.
7
Koeling
Verwarming
-19~21°C DB
-15~50°C DB
-20~15,5°C WB
18~37°C DB
10~27°C DB
12~28°C WB
-14~21°C DB
-15~46°C DB
-15~15,5°C WB
20~37°C DB
10~27°C DB
14~28°C WB
-14~21°C DB
-5~46°C DB
-15~15°C WB
20~37°C DB
10~27°C DB
14~28°C WB
-5~46°C DB
-15~15,5°C WB
14~28°C WB
10~27°C DB
(a)
Koeling
Verwarming
-19,5~21°C DB
-20~52°C DB
-20~15,5°C WB
18~37°C DB
10~27°C DB
12~28°C WB
-14~21°C DB
-15~46°C DB
-15~15,5°C WB
20~37°C DB
10~27°C DB
14~28°C WB
-5~46°C DB
-15~15°C WB
14~28°C WB
10~27°C DB
(a)
4. INSTALLATIELOCATIE
Met betrekking tot de plaats van installatie
• Is de airconditioner geïnstalleerd in een goed
geventileerde ruimte waar er geen obstructies
zijn?
• Installeer de airconditioner niet in de volgende
plaatsen.
a.In ruimten waar veel oliedampen van minerale
oliën hangen.
b.Op plaatsen waar de lucht erg zout is, zoals
in zee gebieden.
c.Op plaatsen waar zwaveldampen voorkomen,
zoals bij warmwaterbronnen.
d.In ruimten waar veel spanningsschommelingen
optreden, zoals in fabrieken.
e.In voer- en vaartuigen.
f.In ruimten waar sprays worden gebruikt
of stoom voorkomt, zoals in een keuken.
g.In de buurt van machines die
elektromagnetische golven opwekken.
h.In ruimten waar zuren en/of alkalinedampen
voorkomen.
• Zijn voldoende voorzorgsmaatregelen
genomen?
Neem voor meer details contact op met uw verdeler
in verband met sneeuwbescherming, enz.
Met betrekking tot de bedrading
• Laat de aanleg van de elektrische bedrading
uitsluitend door erkende elektriciens uitvoeren.
Raadpleeg hierover uw dealer. Leg de bedrading
nooit zelf aan.
• Zorg ervoor dat deze airconditioner
wordt voorzien van een gescheiden
voedingssysteem en dat al het werk aan
elektrische bedrading wordt uitgevoerd door
erkende elektriciens en conform de landelijk
geldende voorschriften en de instructies van
deze installatiehandleiding.
Besteed ook aandacht aan het geluid van
het in werking zijnde systeem
• Zijn de volgende plaatsen gekozen?
a. Een plaats die sterk genoeg is om het
gewicht van de airconditioner te kunnen
dragen en bestand is tegen trillingen en geluid.
b. Een plaats waar de warme lucht uit de
luchtuitlaat van de buitenunit en het geluid
van het apparaat geen overlast veroorzaken
voor uw buren.
• Weet u zeker dat er geen voorwerpen voor
de luchtuitlaat van de buitenunit staan?
Dergelijke voorwerken kunnen de prestaties
verminderen en bijgeluiden veroorzaken.
Nederlands