NL
Gebruiksaanwijzing voor de eigenaar
13.
OPLOSSEN VAN TECHNISCHE PROBLEMEN
Tijdens de onderhoudswerkzaamheden aan de koeldroger moet je deze uitschakelen en minstens
30 minuten laten afkoelen. Sommige onderdelen kunnen tijdens de werking een hoge temperatuur
bereiken. Vermijd contact met deze onderdelen totdat ze volledig zijn afgekoeld.
SYMPTOMEN
De droger start niet
De compressor werkt niet
De condensorventilator
werkt niet (luchtgekoelde
units)
Het dauwpunt is te hoog
Het dauwpunt is te laag
MOGELIJKE OORZAAK - VOORGESTELDE ACTIVITEIT
* Controleer of het systeem is aangesloten op een stroombron.
* Controleer de elektrische installatie (intern en extern).
Geactiveerde interne thermische beveiliging van de compressor. Wacht 30 min, probeer dan opnieuw.
Controleer de elektrische installatie.
Indien geïnstalleerd, vervang de interne thermische beveiliging en/of opstartrelais en/of
opstartcondensator en/of werkcondensator.
Indien geïnstalleerd, de HPS druksensor is geactiveerd.
Indien geïnstalleerd, de LPS druksensor is geactiveerd.
De thermische veiligheidsschakelaar TS is geactiveerd. Zie het betreffende hoofdstuk van deze
handleiding.
Als de compressor nog steeds niet werkt, vervang deze.
Controleer de elektrische installatie.
De PV drukschakelaar is defect, vervang deze.
Er is lekkage opgetreden in het koelcircuit, neem contact op met een specialist op het gebied van
koeling.
Vervang de ventilator als deze nog steeds niet werkt.
De droger start niet.
De dauwpuntsensor detecteert de temperatuur verkeerd. Controleer of de sensor volledig in de huls
is geplaatst.
De compressor werkt niet.
De omgevingstemperatuur is te hoog of de ventilatie is te laag. Zorg voor voldoende ventilatie.
De inlaatlucht is te heet. Stel normale bedrijfsomstandigheden vast.
De inlaatdruk is te laag. Stel de normale bedrijfsomstandigheden vast.
De opbrengst van de inlaatlucht is hoger dan de opbrengst van de droger. Verlaag de opbrengst en
stel normale bedrijfsomstandigheden vast.
De condensor is vuil, reinig hem.
De condensorventilator werkt niet.
Condensaat is niet afgevoerd uit de droger.
De omloopklep voor heet gas is niet goed ingesteld. Neem contact op met een specialist op het
gebied van koeling.
Er is lekkage opgetreden in het koelcircuit. Neem contact op met een specialist op het gebied van
koeling.
Ventilator altijd aan. PV drukschakelaar is defect, vervang deze.
De omgevingstemperatuur is te laag. Stel de nominale bedrijfsomstandigheden vast.
De heetgas bypassklep is niet goed ingesteld. Neem contact op met een specialist op het gebied van
koeling.
25