KA01592F
Montage van het instrument
Benodigd gereedschap:
Steeksleutel of dopsleutel AF 32
Installatie
• Draai bij het inschroeven alleen aan de zeskantbout.
• Aandraaimoment: 15 ... 30 Nm (11 ... 22 lbf ft)
A
B
32 mm
A
Schroefdraad G ½"
B
Schroefdraad G ¾"
C
Schroefdraad M24x1.5
Houd rekening met metalen of niet-metalen tanks of leidingen conform
de EMC-richtlijnen, zie technische informatiehandleiding .
Elektrische aansluiting
Het meetinstrument heeft twee bedrijfsmodi:
• Hoogniveausignalering (MAX): bijv. voor overvulbeveiliging
Het instrument houdt de elektrische schakelaar gesloten zolang de sensor nog
niet door de vloeistof wordt bedekt of de meetwaarde binnen het
procesvenster ligt.
• Laagniveausignalering (MIN): bijv. als beveiliging van pompen tegen
drooglopen
Het instrument houdt de elektrische schakelaar gesloten zolang de sensor
door de vloeistof wordt bedekt of de meetwaarde buiten het procesvenster
ligt.
Keuze van de MAX of MIN bedrijfsmodus waarborgt dat het instrument op een
veilige manier schakelt zelfs in alarmomstandigheden, bijv. wanneer de voeding
wordt losgekoppeld. De elektronische schakelaar opent wanneer het
schakelniveau wordt bereikt, indien een storing optreedt of wanneer de voeding
wegvalt (ruststroomprincipe).
• IO-Link: communicatie op Q1; schakelmodus op Q2.
• SIO-modus: wanneer er geen communicatie is, schakelt het instrument
naar de SIO-modus = standaard IO-modus.
De af fabriek ingestelde functies voor de MAX- en MIN-modi kunnen via
IO-Link worden gewijzigd.
• Voedingsspanning 10 ... 30 V DC naar een DC-voeding.
IO-Link communicatie is alleen gegarandeerd wanneer de voedingsspanning
tenminste 18 V is.
• Conform IEC/EN61010 moet een passende uitschakelaar voor het
meetinstrument worden opgenomen.
• Spanningsbron: veilige contactspanning of Class 2 circuit (Noord Amerika).
• Het instrument moet worden gebruikt met een fijnzekering 500 mA (slow-
blow).
2
C
32 mm
32 mm
Aansluiten van het instrument met M12-connector
IO-Link met een schakeluitgang
L+
2
1
C/Q
3
4
L–
Q2
1
Voedingsspanning +
2
DC-PNP (Q2)
3
Voedingsspanning -
4
C/Q (IO-Link communicatie of SIO-modus)
Bedrijfsmodus (SIO-modus met fabrieksinstelling)
MAX
2
1
3
4
K
0.5A
L– L+
1
2
1
2
Symbolen
Beschrijving
Gele LED brandt
Gele LED brandt niet
K
Externe belasting
LED-indicator
2
3
4
1
2
3
1
LED is groen: het instrument is in bedrijf
2
LED is geel: trilvork is bedekt met vloeistof
3
LED is rood: waarschuwing/onderhoud nodig (LED knippert) of fout/instrumentstoring
(LED brandt)
Op de metalen behuizingsdeksel (IP69) is geen externe signalering met
LED' s .
IO-Link
SIO
MIN
2
1
3
4
K
0.5A
L–
L+
1
4
1
4
1
Endress+Hauser
A0047656