De systeemventilator plaatsen
1.
Plaats de systeemventilator in het chassis.
2.
Leid de vier doorvoertules door het chassis en schuif ze langs de groeven naar buiten om ze op hun plaats te
bevestigen.
3.
Leg de systeemventilatorkabel in de chassisklemmen.
4.
Sluit de kabel van de systeemventilator aan op de systeemkaart.
5.
Plaats het montagekader.
6.
Plaats de kap.
7.
Volg de procedures in
Verwante koppelingen
De systeemventilator verwijderen
Het ingangs-/uitgangspaneel verwijderen
1.
Volg de procedures in
2.
Verwijder de kap.
3.
Verwijder het montagekader.
4.
Koppel het I/O-paneel of de FlyWire-kabel los van de systeemkaart.
5.
Verwijder de schroef waarmee het I/O-paneel aan het chassis is bevestigd.
6.
Schuif het ingangs-/uitgangspaneel naar de rechterkant van het systeem om het uit het chassis te halen.
28
Nadat u aan de computer hebt
Voordat u handelingen in de computer gaat
gewerkt.
uitvoeren.