Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Beurer BM 81 easyLock Gebruiksaanwijzing pagina 13

Inhoudsopgave

Advertenties

Hartritmestoornissen
Dit apparaat kan bij de analyse van uw geregistreerde hartslagsignaal tijdens de bloeddrukmeting eventuele
stoornissen van het hartritme identificeren. In dat geval wijst het apparaat na de meting door middel van het
symbool
op het display op eventuele onregelmatigheden in uw hartslag. Dit kan wijzen op aritmie. Aritmie
is een aandoening waarbij het hartritme abnormaal is als gevolg van fouten in het bio-elektrische systeem dat
de hartslag stuurt. De symptomen (overslaand hart of voortijdige hartslagen, langzame of te snelle hartslag)
kunnen onder meer het gevolg zijn van hartaandoeningen, ouderdom, lichamelijke aanleg, overmatig gebruik
van genotmiddelen, stress of slaapgebrek. Als het symbool
geven, moet u de meting herhalen, omdat de nauwkeurigheid mogelijk negatief is beïnvloed. Gebruik voor de
beoordeling van uw bloeddruk alleen de resultaten die zonder onregelmatigheden in uw hartslag zijn geregis-
treerd. Raadpleeg uw arts als het symbool
diagnostische mogelijkheden de aanwezigheid van aritmie tijdens een onderzoek vaststellen.
LED-risico-indicator
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft de in de volgende tabel vermelde, internationaal erkende clas-
sificatie vastgelegd voor het beoordelen van gemeten bloeddrukwaarden:
Bereik van de gemeten
bloeddrukwaarden
Systolisch
Diastolisch
(in mmHg)
(in mmHg)
≥ 180
≥ 110
160 – 179
100 – 109
140 – 159
90 – 99
130 – 139
85 – 89
120 – 129
80 – 84
< 120
< 80
Bron: WHO, 1999 (World Health Organization)
De LED-risico-indicator (gekleurde LED op het apparaat links van het display) toont je het bereik waarin de
vastgestelde bloeddruk zich bevindt. Als de gemeten waarden zich in twee verschillende bereiken bevinden
(bijv. systolisch in het bereik "hoog-normaal" en diastolisch in het bereik "normaal"), dan geeft de risico-indica-
tor altijd het hoogste bereik weer; in het beschreven voorbeeld is dat "hoog-normaal".
Houd er rekening mee dat deze standaardwaarden uitsluitend opgevat mogen worden als algemene richtlijn,
omdat de bloeddruk per persoon en ook per leeftijdsgroep enz. kan verschillen of afwijken.
Bovendien moet u er rekening mee houden dat de waarden die u thuis zelf meet over het algemeen lager zijn
dan de waarden die bij uw arts worden gemeten. Daarom is het belangrijk dat u regelmatig uw arts raadpleegt.
Alleen uw arts kan u vertellen wat uw persoonlijke streefwaarden zijn voor een gecontroleerde bloeddruk – met
name als u een medicamenteuze behandeling ondergaat.
vaak wordt weergegeven. Alleen hij kan in het kader van zijn
Classificatie
Hoge bloeddruk graad 3 (ernstig)
Hoge bloeddruk graad 2 (middelmatig)
Hoge bloeddruk graad 1 (licht)
Hoog-normaal
Normaal
Optimaal
13
na de meting op het display wordt weerge-
Kleur van de LED-risico-
indicator
Rood
Oranje
Geel
Groen
Groen
Groen

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave