b) "Single User"-modus selecteren
De mastercode dient te bestaan uit 4 cijfers. Als u een mastercode van 5 tot 8 cijfers
hebt ingesteld, dient u deze eerst te wijzigen voordat u de "Single User"-modus instelt.
• Het codeslot dient zich in de programmeermodus te bevinden (zie hoofdstuk 12. a).
• Voer de programmeercode
• Bevestig de invoer met de toets
"MAINS" knippert 2 keer kort. De programmering is opgeslagen.
• Als u de programmeermodus wilt verlaten, druk dan kort op de toets
c) "Multi User"-modus selecteren
Dit is de standaardmodus van het codeslot (standaardinstelling), waarvan de pro-
grammering in hoofdstuk 12 wordt beschreven.
Het omschakelen van de "Single User"-modus naar de "Multi User"-modus komt over-
een met het terugzetten van het codeslot (zie hoofdstuk 12. b).
In deze modus is het mogelijk om voor uitgang 1 maximaal 100 verschillende gebruikerscodes
te programmeren, die mogen bestaan uit 4 tot 8 cijfers (bijv. 1234, 123456, 98765432, etc.).
Voor de uitgangen 2 en 3 kunnen er 10 verschillende gebruikerscodes worden geprogram-
meerd.
Omdat codes afzonderlijk gewist en daarna opnieuw geprogrammeerd kunnen worden, is deze
modus ideaal voor gebruik in bijvoorbeeld een kantoor, waarbij allerlei verschillende mensen
toegang dienen te krijgen.
• Het codeslot dient zich in de programmeermodus te bevinden (zie hoofdstuk 12. a).
• Voer de programmeercode
• Bevestig de invoer met de toets
deze tijd worden alle geheugenplaatsen gewist. Vervolgens laat het codeslot twee pieptonen
horen en de LED "MAINS" knippert 2 keer kort. De programmering is opgeslagen.
• Als u de programmeermodus wilt verlaten, druk dan kort op de toets
in.
. Het codeslot laat twee pieptonen horen en de LED
in.
. De LED "MAINS" knippert enkele seconden zeer snel. In
.
.
51