Motor starten
A
Koudstart
1
B
4
-
De kortsluitschakelaar van de ontsteking op stand „I" (B/1)
zetten.
-
De chokehendel (B/2) naar boven draaien (de inspuitklep
wordt geopend).
-
De handgreep omvatten (de veiligheidssper- knop (B/5)
wordt met de handpalm bediend).
-
De vastzetknop (B/3) indrukken en ingedrukt houden.
-
De gashendel (B/4) doordrukken en weer losla- ten (de
gashendel wordt door de vastzetknop (B/3) in de halfgasstand
vergrendeld).
Opmerking: Bij buitentemperaturen van onder de -15°C (5°F)
zonder halfgasstelling starten.
-
Trek de starterkabel langzaam uit tot u weerstand voelt (de
zuiger staat nu voor het bovenste dode punt).
-
Trek de kabel nu snel en krachtig verder uit tot er een
eerste hoorbare ontsteking volgt
ATTENTIE: De starterkabel niet meer dan ca. 50 cm uittrekken
en altijd langzaam met de hand terugbrengen.
-
Na het aanspringen van de motor of na de eerste
hoorbare ontstekingen de chokehendel (B/2) naar
beneden draaien.
-
Als de motor niet aangesprongen is, opnieuw de startkabel
trekken tot de motor loopt.
-
Zodra de motor loopt, gashendel (B/4) aantippen opdat de
sperknop (B/3) eruit springt en de motor stationair draait.
ATTENTIE: de motor moet na het aanlopen direct teruggebracht
worden naar het stationaire toerental, daar anders schade kan
ontstaan aan de kettingrem .
-
Nu de kettingrem lossen
Warmstart
-
Zoals beschreven bij koude start, echter zonder de
chokehendel (B/2) te hanteren. De chokehendel blijft naar
beneden gedraaid.
Starten onder bijzondere omstandigheden
Onder invloed van hoge omgevingstemperaturen en als de
motor na vollastbedrijf voor slechts korte tijd afgezet wordt
(warmtestuwing), is het mogelijk, dat bij gebruik van brandstof
met een laag kookpunt (winterkwaliteit), vooral in hoogliggend
14
.
.
-
Op minstens 3 m afstand van de plek waar getankt wordt.
-
Zorg dat u stabiel staat en leg de motorkettingzaag zo op
de grond leggen dat de zaaginrichting vrij van de grond
blijft.
-
Kettingrem inschakelen (blokkeren).
-
Houd de beugelgreep stevig met één hand vast en druk de
motorkettingzaag tegen de grond.
-
Plaats de punt van de rechter voet in de achterste
handbeschermer.
gebied, de motor in hete toestand door warmteinwerking niet
gelijk aanspringt.
-
De chokehendel (B/2) naar boven draaien en de motor in
de halfgasstand, zoals bij koudstart beschreven, starten.
2
-
Zodra de motor aanspringt, onmiddellijk de kettingrem
loszetten en meermaals volgas geven, totdat de motor
rustig loopt.
3
-
Nu de chokehendel (B/2) naar beneden draaien.
5
Handelwijze bij storingen
Indien de motor ondanks meermaals trekken aan de startkabel
niet aanspringt:
-
Bougie nakijken (zie hoofdstuk „Bougie vervangen").
Afzetten van de motor
-
Zet de kortsluitschakelaar (B/1) in de positie „O" (STOP)
zetten.
Kettingrem controleren
C
De kettingrem moet elke keer vóór werkbegin worden
gecontroleerd.
-
De motor zoals beschreven starten (een vellige stand
innemen en de motorzaag zodanig op de grond zetten, dat
het zaagwerk vrij staat).
-
De beugelgreep met één hand stovig omvatten, de andere
hand aan de handgreep.
-
De motor op halve toeren laten lopen en met de rug van de
hand de handbeschermer (C/6) in de richting van de pijl
drukken tot de kettingrem blokkeert. Nu moet de zaagketting
onmiddellijk tot staan komen.
-
De motor onmiddellijk in zijn vrij zetten en de kettingrem
weer loszetten.
Attentie: Indien de zaagketting na deze controle niet
onmiddellijk tot stilstand komt, mag men in geen geval
met het werk beginnen. U moet dan de hulp van een
MAKITA servicewerkplaats inroepen.
STOP
6