C - INSTALLATIE
3 - INSTALLATIE VAN DE BEDIENINGSBEHUIZING
De bedieningsbehuizing moet worden bevestigd op de zuil of op de voeding 230Vac.
• Om een goede werking van de motorisering te garanderen, mogen de cilinderkabels niet langer zijn
dan 8 m per cilinder. Daarom moet de bedieningsbehuizing worden bevestigd op minstens 6 m van elke
cilinder.
• Plaats en bevestig de bedieningsbehuizing op de gedefinieerde plaats met de hulp van 2 schroeven.
NL
14
VERBONDEN MOTORISERINGSKIT MET CILINDERS
STAP 4:
Behoud alleen de steun en bevestig deze
op de poort met de hulp van de geschikte
bevestigingen
STAP 5:
De cilinder wordt opnieuw bevestigd op de
steun met de vlindermoer