Gebruik op hellingen
Waarschuwing
Als u het voertuig op een helling gebruikt, bestaat
de kans dat het voertuig omslaat of gaat rollen.
Ook bestaat de kans dat de motor afslaat of dat het
voertuig op een helling vaart verliest. Hierdoor
kan lichamelijk letsel ontstaan.
Vermijd hellingen van meer dan 12 .
Geef niet te snel gas en trap niet abrupt op het
rempedaal als u achteruit een helling afrijdt,
zeker niet als u een lading vervoert.
Als de motor afslaat of het voertuig vaart ver-
liest op een helling, moet u langzaam in een
rechte lijn achterwaarts de helling af rijden.
Probeer nooit het voertuig te draaien.
Rij nooit dwars over een steile helling; u moet
deze helling altijd in een rechte lijn op- of afrij-
den of er omheen gaan.
Draai niet op een helling.
Verminder de lading en de snelheid van het
voertuig.
Stop niet op een helling, zeker niet als u een
lading vervoert.
Wees extra voorzichtig als u met het voertuig op een
helling rijdt. Neem hierbij de volgende richtlijnen in acht:
Verminder uw snelheid voordat u een helling op- of afrijdt.
Als de motor afslaat of als het voertuig vaart begint te
verliezen terwijl u een helling oprijdt, moet u voor-
zichtig het rempedaal indrukken en de helling langzaam
achterwaarts in een rechte lijn afrijden.
Draaien als u een helling op- of afrijdt, kan gevaarlijk
zijn. Als u moet draaien op een helling, dient u dit
langzaam en voorzichtig te doen. Maak nooit een
scherpe of snelle bocht op een helling.
Een zware lading heeft invloed op de stabiliteit van het
voertuig. Verminder het gewicht van de lading en neem
gas terug als u op een helling rijdt of als de lading een
hoog zwaartepunt heeft. Zorg ervoor dat de lading goed
is vastgezet om te voorkomen dat deze gaat schuiven en
wees extra voorzichtig als u een lading vervoert die ge-
makkelijk schuift (vloeistoffen, rotsblokken, zand, enz.).
Stop niet op een helling, zeker niet als u een lading
vervoert. Stoppen tijdens de afdaling van een helling
kost meer tijd dan op vlak terrein. Als u het voertuig tot
stilstand moet brengen, mag u de snelheid niet te abrupt
verminderen, omdat dan de kans bestaat dat het voertuig
omslaat of gaat rollen. Trap niet te abrupt op het
rempedaal als u achterwaarts rolt, omdat het voertuig
dan kan omslaan.
Indien mogelijk moet u een helling in een rechte lijn op-
en afrijden.
Wij adviseren u ten sterkste de optionele omkiepbevei-
liging te monteren als u op heuvelachtig terrein moet
werken.
Gebruik op oneffen terrein
Neem gas terug en verminder de lading als u moet rijden op
oneffen terrein en vlak langs wegranden, kuilen en andere
onverwachte veranderingen in het terrein. De lading kan
gaan schuiven waardoor het voertuig zijn stabiliteit verliest.
Wij adviseren u ten sterkste de optionele omkiepbeveiliging
te monteren als u op oneffen terrein moet werken.
Waarschuwing
Onverwachte veranderingen in het terrein kunnen
leiden tot abrupte bewegingen van het stuurwiel die
letsel aan handen en armen kunnen veroorzaken.
Verminder uw snelheid als u op oneffen terrein
en vlak langs wegranden rijdt.
Houd het stuurwiel losjes vast aan de rand. Houd
uw handen niet op de spaken van het stuurwiel.
Laden en storten
Het gewicht en de positie van de lading en de passagier kunnen
verandering brengen in het zwaartepunt en de wijze waarop u
het voertuig moet gebruiken. Om te voorkómen dat u de
controle over het voertuig verliest waardoor lichamelijk letsel
kan ontstaan, moet u de volgende richtlijnen in acht nemen:
Vervoer geen lading die zwaarder is dan het maximum
gewicht dat is aangegeven op het gewichtslabel van het
voertuig; voor het maximale gewicht, zie Specificaties,
blz. 11. Het draagvermogen geldt uitsluitend voor vlak
terrein.
Verminder het gewicht van de lading als u op een
helling of oneffen terrein rijdt om te voorkomen dat het
voertuig omkiept of omslaat.
Verminder het gewicht van de lading als het zwaartepunt
hoog is. Materialen, zoals bakstenen, kunstmest of tuin-
palen, worden hoger opgestapeld in de bak. Hoe hoger
de lading is opgestapeld, des te groter is de kans dat het
voertuig zal omslaan. Zorg ervoor dat de lading zo laag
mogelijk is opgestapeld en dat de lading het uitzicht naar
achteren niet belemmert.
Zorg ervoor dat het gewicht van de lading gelijkmatig is
verdeeld over de volle breedte van de laadbak. Als u de
lading te veel aan een kant van de laadbak plaatst, ver-
groot dit de kans dat het voertuig omslaat in een bocht.
Zorg ervoor dat het gewicht van de lading gelijkmatig is
verdeeld over de volle lengte van de laadbak. Als u de
lading achter de achteras plaatst, zal hierdoor minder
6