4. Bevestig het nieuwe brandstoffilter aan de brandstof-
leidingen met de klemmen die u eerder hebt verwijderd.
Het filter moet zo worden gemonteerd dat de pijl in de
richting van de carburateur wijst.
Onderhoud van de bougies
Vervang de bougies om de 800 bedrijfsuren of jaarlijks,
waarbij de kortste periode moet worden aangehouden. Dit
zorgt ervoor dat de motor goede prestaties levert en het
niveau van de uitlaatemissie wordt beperkt.
Type: Champion RC 12YC (of equivalent type)
Elektrodenafstand: 0,762 mm
Opmerking: De bougies hebben meestal een lange
levensduur. U moet de bougies echter uitnemen en
controleren als de motor slecht functioneert.
1. Maak de omgeving van de bougies schoon zodat er
geen ongerechtigheden in de cilinder kunnen
terechtkomen als u de bougie verwijdert.
2. Maak de kabels los van de bougies en verwijder de
bougies uit de cilinderkop.
3. Controleer de conditie van de massa-elektrode, de
centrale elektrode en de isolator van de centrale
elektrode op beschadigingen.
Figuur 39
Belangrijk
Een gebarsten, aangetaste, vuile of gebrekkig
werkende bougie moet worden vervangen. U mag de elek-
troden niet zandstralen, afkrabben of reinigen met een staal-
borstel omdat hierdoor gruis kan losraken en in de cilinder
terechtkomen. Dit leidt meestal tot beschadiging van de
motor.
4. Zorg ervoor dat de elektrodenafstand tussen de centrale
elektrode en de massa-elektrode 0,762 mm bedraagt.
Plaats een bougie met de juiste elektrodenafstand en
draai deze vast met een torsie van 24–30 Nm. Als u
geen momentsleutel gebruikt, moet u de bougie stevig
vastdraaien.
5. Druk de bougiekabels op de bougie.
0,762 mm
32
Transaxle-vloeistof verversen
Ververs de transaxle-vloeistof om de 800 bedrijfsuren of
jaarlijks, waarbij de kortste periode moet worden
aangehouden.
1. Parkeer het voertuig op een horizontaal oppervlak, stel
de parkeerrem in werking, draai het contactsleuteltje op
Uit en verwijder het sleuteltje uit het contact.
2. Verwijder de aftapplug uit de rechterkant van het reser-
voir (Fig. 40) en laat de vloeistof in een opvangbak lo-
pen. Plaats de aftapplug terug wanneer er geen vloeistof
meer naar buiten stroomt, en zet deze goed vast.
Opmerking: De oude olie afgeven bij een erkend
inzamelcentrum.
2
Figuur 40
1. Aftapplug
3. Vul het reservoir (Fig. 41) met ongeveer 1,4 liter SAE
10W30-motorolie of totdat het oliepeil de onderkant
van de opening van de niveau-aanwijzer bereikt
(Fig. 40).
Figuur 41
1. Vulbuis
4. Start de motor en laat deze draaien zodat de vloeistof
zich verspreidt door het hele systeem. Controleer
nogmaals het oliepeil en vul indien nodig olie bij.
1
m–4849
2. Opening van
niveau-aanwijzer
1