Oplossingen vinden
Fenomenen die gemakkelijk voor machinedefecten aangezien kunnen worden (vervolg)
Fenomeen
Afbeeldingen
zien er wazig
uit.
(vervolg)
Er kan
verslechtering
van het beeld
optreden, zoals
flikkeren of
strepen op het
scherm.
RS-232C werkt
niet via de
bedieningsaansluiting.
Netwerk werkt
niet.
Het weergegeven
beeld is
gedeeltelijk
donker.
De instelling van
de ECO STAND
kan niet worden
gewijzigd.
(Vervolgd op volgende pagina)
120
Gevallen die geen machinedefecten betreffen
De lens is vies of wazig.
Maak de lens schoon volgens de sectie De lens
onderhouden.
Als de projector in de Eco stand werkt, is het mogelijk
dat het beeld gaat flikkeren.
Stel de ECO STAND in het LAMP & FILTER menu in op
NORMAAL.
De OVERSCAN ratio is te groot.
Stel OVERSCAN in het BEELD menu kleiner in.
Teveel VIDEO NR.
Wijzig in het INPUT menu de VIDEO NR instelling.
De functie STILZETTEN werkt niet bij dit inputsignaal.
Verander in het INPUT menu STILZETTEN in UIT.
De SPAARSTAND functie is in werking.
Selecteer NORMAAL voor de UIT(STANDBY) in het
INSTELLING menu.
RS-232C is ingesteld op HDBaseT.
Selecteer CONTROL voor het RS-232C item in het OPTIE
menu.
Het COMMUNICATIETYPE voor de CONTROL-poort is
ingesteld op NETWERKBRUG.
Selecteer UIT bij COMMUNICATIETYPE in het OPTIE -
SERVICE - COMMUNICATIE menu.
De SPAARSTAND functie is in werking.
Selecteer NORMAAL voor de UIT(STANDBY) in het
INSTELLING menu.
Hetzelfde netwerkadres is ingesteld voor het draadloze
en het bedrade LAN.
Wijzig de instelling van het netwerkadres voor het draadloze
of het bedrade LAN.
Het MENGGEBIED wordt ingesteld.
Stel alle Menggebieden in op UIT of stel Mengen - Modus in
op UIT.
Mengen - Modus is ingesteld op HANDMATIG.
Stel Mengen - Modus in op UIT.
Referentiebladzijde
108
69
61
63
65
72
93
90
72
–
41
41