nl
6 | BD 6xx / TL 6xx NMI | Bedrijf
4.4
Testafloop remcontrole
1. Selecteer een testprogramma (zie hoofdstuk 4.5).
i
Selectie is alleen mogelijk wanneer door de
klantendienst verdere testprogramma's geconfigu-
reerd werden.
2. Selecteer een modus en voer de metingen uit.
$
Handmatig bedrijf (zie hoofdstuk 5).
$
Automatisch bedrijf (zie hoofdstuk 6).
$
Superautomatisch bedrijf (zie hoofdstuk 7).
$
Superautomatisch bedrijf vier wielen (zie hoofd-
stuk 8).
i
Fabrieksinstellingen:
Testprogramma P1 (remcontrole) of L1 (teststra-
at) en handmatig bedrijf (normaal bedrijf).
De volgende remmen kunnen gemeten worden:
R
Bedrijfsrem vooras.
R
Bedrijfsrem achteras.
R
Parkeerrem.
In handmatig bedrijf en automatisch bedrijf kan de
testvolgorde van de remmen vrij worden gekozen. In su-
perautomatisch bedrijf en superautomatisch bedrijf vier
wielen moet de testvolgorde van de remmen aangehou-
den worden (deelopdrachten).
i
Voor de berekening van het afremmen is het gewicht
nodig. Het gewicht kan als volgt ingevoerd of geme-
ten worden:
$
Handmatige invoer met de afstandsbediening (zie
hoofdstuk 5.3.1).
Handmatige gewichtsinvoeren hebben voorrang
boven gemeten gewichtswaarden.
$
Aslastweger in remmentestbank (speciale toebe-
horen).
Het gemeten gewicht wordt automatisch gebruikt
wanneer het gewicht niet handmatig ingevoerd
werd.
$
Handmatige gewichtsovername van de suspensie
tester (zie hoofdstuk 5.2.2, stap 3).
|
1 691 696 021
2012-07-17
4.5
Bedieningsinstructies
!
Let bij het uitvoeren van controles op de volgende
instructies m.b.t. de vakkundige bediening.
Waarschuwing voor restrisico's!
Bij de bediening van de remmentestbank
kunnen restrisico's niet worden uitgesloten.
¶
De veiligheidsinstructies in de handleiding
"Gebruikersinstructies" 1 691 696 920 in
acht nemen!
¶
Persoonlijke beschermuitrusting dragen!
4.5.1
Algemene instructies
¶
Alleen recht de testbank binnenrijden.
¶
De toegelaten test- en overrijdbelasting aanhouden
(zie technische gegevens).
¶
Geen eensporige voertuigen testen (motor-
fietsen, ...).
¶
Bandenspanning voor de start van de meting
controleren.
¶
Voertuig alleen in onbeladen toestand testen.
¶
Tijdens de test het voertuig niet verlaten.
4.5.2
Instructies voor de remcontrole
¶
Voorkom dat de banden tegen het frame van de test-
bank schuren.
¶
Bij het rijden in resp. door het rollenmechanisme de
maximum snelheid van 10km/h niet overschrijden.
¶
Geen snelle stuurbewegingen bij het testen van de
vooras.
¶
Een remtest kan pas uitgevoerd worden, als beide
wielen van een as van het voertuig de tastrollen bin-
nen 5 seconden naar beneden drukken.
i
Bij te groot verschil tussen rol- en wielsnelheid
(>25%) wordt niet meer de remkracht gemeten,
maar de wrijvingskracht tussen wiel en testrol. Dit
meetresultaat is onbruikbaar voor de remtest.
!
Alleen uit de rollenset rijden wanneer de restrollen
draaien, d.w.z. het meetbedrijf moet geactiveerd
zijn (handmatig bedrijf in de meetsoort asmeting of
automatisch bedrijf).
Wanneer u bij stilstaande testrollen naar buiten rijdt,
worden de lagers van de testbankmotoren bescha-
digd.
Beissbarth GmbH