5. Raak het mes niet aan voor het volledig tot stilstand is
gekomen.
6. Gebruik de maaier niet voor een ander doel dan het
maaien van het gazon.
7. Laat
veiligheidsvoorzieningen en sensoren op hun plaats.
Herstel of vervang beschadigde onderdelen, inclusief de
veiligheidsplaatjes.
8. Programmeer de wekelijkse maaibeurten op momenten
waarop niemand op het gras is.
9. Sluit een beschadigd stroomsnoer niet aan op het
stopcontact en raak het niet aan voor de stekker uit het
stopcontact is genomen, om een elektrische schok te
voorkomen.
10. Houd het verlengsnoer weg van het mes, zodat de maaier
het niet beschadigt. Een beschadigd stroomsnoer kan
een elektrische schok veroorzaken.
11. Als het stroomsnoer tijdens het gebruik wordt
beschadigd of in de war raakt, moet u het afkoppelen
door de stekker uit het stopcontact te halen.
12. In het geval van een ongeluk of een defect terwijl de
maaier aan het werk is, moet u onmiddellijk op de rode
STOP knop drukken.
6
alle
beveiligingen,
schermen,