Storingen oplossen
Wat controleren?
Slaat de motor aan?
JA
Is de compressie goed?
JA
Bevat de tank nieuwe brandstof
van de juiste kwaliteit?
JA
Is er zichtbaar brandstof in
beweging in de retourleiding
als de voorinspuitbalg wordt
gebruikt?
JA
Geeft de bougie een vonk?
JA
Controleer de bougie.
MOTOR START NIET
Mogelijke oorzaak
NEE
Defecte repeteerstarter.
Vloeistof in de krukkast.
Inwendige beschadiging.
NEE
Losse bougie.
Overmatige slijtage aan cilinder, zuiger, ringen.
NEE
Verkeerde, oude of vervuilde brandstof; onjuiste
mengverhouding.
Controleer op verstopt benzinefilter en/of
ontluchting.
NEE
Voorinspuitbalg werkt niet goed.
NEE
De aan/uit-schakelaar staat in de stand "O" (UIT).
Kortgesloten ontstekingsmassa.
Defecte ontstekingseenheid.
Als de bougie vochtig is, kan het zijn dat er zich
overtollige brandstof in de cilinder bevindt.
De bougie is vervuild of de afstand tussen de
elektroden is niet juist.
De bougie is inwendig beschadigd of van een
verkeerd type.
Oplossing
Een erkende servicedealer raadplegen.
Aandraaien en opnieuw testen.
Een erkende servicedealer raadplegen.
Opnieuw vullen met schone, nieuwe loodvrije benzine
met een octaangehalte van 87 of hoger, gemengd
met een 2-takt mengolie voor luchtgekoelde motoren
die minimaal voldoet aan ISO-L-EGD en/of JASO FC
normen (mengverhouding van 50:1).
Het benzinefilter of de ontluchting zo nodig
vervangen. Opnieuw starten.
Een erkende servicedealer raadplegen.
Schakelaar in de stand "I" (AAN) zetten en opnieuw
starten.
Een erkende servicedealer raadplegen.
Motor aanslaan terwijl de bougie is verwijderd,
bougie terugplaatsen en opnieuw starten.
Bougie reinigen en elektrodenafstand instellen op
0,6 mm. Opnieuw starten.
De bougie vervangen door een NGK CMR5H of
gelijkwaardige bougie van het weerstandstype met
het juiste temperatuurbereik. De elektrodenafstand
van de bougie afstellen op 0,6 mm.
13