VEILIGHEIDSAPPARATUUR
Fotocellen
Configureer het contact CX of CY (N.C.), ingang voor veiligheidsinrichtingen zoals fotocellen. Zie de functies van
de ingangen CX (functie F2) of CY (functie F3) in:
- C1 weer openen tijdens het sluiten. Tijdens het sluiten van het hek zorgt het openen van het contact voor het
omkeren van de beweging tot het hek weer helemaal open is;
- C2 weer sluiten tijdens het openen. Tijdens het openen van het hek zorgt het openen van het contact voor het
omkeren van de beweging tot het hek weer helemaal gesloten is;
- C3 gedeeltelijke stop. De opening van het contact zorgt ervoor dat het hek stopt, als dit in beweging is, met
daaropvolgende activering van de automatische sluiting (als de functie voor de automatische sluiting geactiveerd
is);
- C4 wachten bij obstakel. De opening van het contact zorgt ervoor dat het hek stopt, als dit in beweging is, met
daaropvolgende voortzetting van de beweging als het obstakel is verwijderd.
Als de contacten CX en CY niet worden gebruikt, moeten ze bij de programmering worden gedeactiveerd.
1 2 3P 7 10 TS 2 CX CY
-
+
10 2 TX C NC
DELTA-S
RX
Fotocellen in (veiligheidstest)
Bij elke instructie voor openen of sluiten controleert de kaart of de fotocellen goed werken.
Als er een afwijking is, wordt de besturing geblokkeerd en wordt E 4 op het display weergegeven.
Activeer functie F 5 voor dit type aansluiting.
1 2 3P 7 10 TS 2 CX CY A B GND
-
+
-
+
10 2 TX C NC
RX
DELTA-S
A B GND
-
TX 2
DIR
TX
10 11 E 5
-
TX 2
TX
DIR
1 2 3P 7 10 TS 2 CX CY A B GND
10 11 E 5
+ - NO C
NC
RX
1 2 3P 7 10 TS 2 CX CY A B GND
+ - NO C NC
RX
+
TX
-
DELTA
TX
+
TX
-
DELTA
TX