F - ONDERHOUD
2. WERKINGSINDICATORS
Dit systeem beschikt over twee werkingsindicators: het niveau van de batterijlading (als optie) en de
geschiedenis van de voorvallen.
2.1. Geschiedenis van de gebeurtenissen en foutcodes
• Tijdens de werking kunnen er zich voorvallen voordoen die veroorzaakt worden door storingen van de
automatisering of door handelingen van de gebruiker.
• Elk voorval heeft een andere code.
• Deze code wordt weergegeven met een combinatie van brandende, niet-brandende of knipperende rode
leds op de weergave MENU 0.
• Zodra u op OK of op PROG drukt, wordt deze code gewist. De 4 laatst gegenereerde codes worden
echter opgeslagen en kunnen worden geraadpleegd in een overzicht.
• Om toegang te krijgen drukt u 2 keer op OK en gebruikt u de knoppen "+" en "–" om door de opgeslagen
codes te bladeren.
Om een diagnose te stellen van eventuele problemen, vindt u hier de lijst van de codes en hun betekenis:
: Led gedoofd
: Led opgelicht
: Led knippert
Er zijn twee typen code:
het probleem met de automatisering te corrigeren.
L1
L2
L3
NL
50
OK 3s
efface historique
PROG
OK
OK
L1
L2
L3
L4
Charge batterie
PROG
Fout (E) of Informatie
(I). Opgelet: een fout vereist een actie van de installateur om
L4
BETEKENIS
Er is een obstakel gedetecteerd op M1 bij de sluiting
Er is een obstakel gedetecteerd op M2 bij de sluiting
De bundel fotocellen werd onderbroken
Er is een obstakel gedetecteerd op M1 bij de opening
historique des événements
L1
L2
L3
L4
Code 4
–
+
L1
L2
L3
L4
Code 3
–
+
L1
L2
L3
L4
Code 2
–
+
OK
L1
L2
L3
L4
Code 1
du plus
récent
au plus
ancien
TYPE
I
I
I
I