C - INSTALLATIE
6. AANSLUITINGEN
• Het doorvoeren van de kabels moet voldoen aan de geldende normen (NFC 15-100).
• Of de kabel heeft een diepte van 80 cm met rood afzetgaas, of de kabel wordt door een koker gehaald.
230Vac
Veiligheidsvoorschriften
- Alle elektrische aansluitingen moeten uitgevoerd worden als de installatie is uitgeschakeld
(beveiligingsschakelaar op OFF en batterij ontkoppeld).
- Deze aansluitingen moeten gebeuren door een bevoegde elektricien.
6.1 - De netvoeding
• Open de kap van de motor die de elektrische besturingskaart bevat om toegang te krijgen tot de
aansluitklem van de 230V-voeding. Gebruik de meegeleverde kroonsteentjes om de 230V-voeding aan
te sluiten.
NL
30
Neutraal
Aarde
Fase