Inhoudsopgave
Advertenties
Hoofdstuk 5 Onderhoud
5.1
Onderhoudsschema
Onderhoudshandeling
Handmatige reiniging van de filter (afhankelijk van de
toepassing)
Filter op beschadiging controleren
1
Filter vervangen
Reinigingsbus vullen (afhankelijk van de toepassing)
Afdichting controleren
Automatische membraanreiniging controleren
Permeaatslang reinigen
Montage controleren
Algemene controle van de systeemfuncties
Slangen controleren
Aansluitslang naar de analyser vervangen
Afvoerslang overloopvat vervangen
Werking permeaatpomp controleren
Kop permeaatpomp vervangen
Kastventilator controleren
Kastverwarming controleren
Slangverwarmingsstrips controleren
Compressor controleren
2
Compressor vervangen
1
Onder normale bedrijfsomstandigheden kan een andere interval worden vereist. Dit is afhankelijk van de specifieke toepassing
en plaatselijke voorwaarden.
2
Compressoren zijn slijtdelen en worden niet door de garantie van het instrument gedekt.
5.2
Handmatige reiniging van de filter
Als de negatieve-drukmeter -0,8 bar aangeeft tijdens normaal gebruik, moet de sonde
mechanisch en/of chemisch in het laboratorium worden gereinigd. Gebruik de
reinigingsset om de sonde te reinigen
Opmerking: Bij toepassing in de toevoer van een afvalwaterzuiveringsinstallatie moet de filter
worden gereinigd bij een onderdruk van -0,7 bar tot -0,9 bar (ongeveer 1x per week).
Een pulsbeweging van de drukmeter voor onderdruk wijst op een normale
bedrijfstoestand van het systeem.
Opmerking: Als er na reiniging nog steeds een hoge onderdruk is, controleert u of de
aanzuigleiding vuil is.
Tabel 4 Onderhoudsschema
Het membraanoppervlak van de filter is zeer gevoelig voor mechanische effecten en moet
daarom uiterst voorzichtig worden gehanteerd.
Tijdsinterval
Elke
Om de 6
Elke week
maand
maanden
X
X
X
L E T O P
(hoofdstuk Hoofdstuk
Om de 2
Elk jaar
jaar
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
7).
25
Advertenties
Inhoudsopgave
