Installatie
Afbeelding 5
Slangaansluiting
A
Markeer de slang op 15 mm (0,59in.).
1
Koppelstuk
3.2
Installatie van de regelkast
16
1. Installeer de bekkenhouder of kanaalhouder (RVS) op een geschikt punt.
2. Installeer de klemaansluitstukken op een geschikt punt op de bassinrand.
3. Leid de voorgemonteerde beschermslang (OD=25 mm (0,98 in.)) vanaf de waterzijde
in de RVS buis (OD=42 mm (1,65 in.)).
4. Steek de permeaatleiding (blauw, OD=4 mm (0,16 in.)) ongeveer 15 mm (0,59 in.) in
het slangkoppelstuk van de filter
5. Sluit de filter aan op de beschermslang en draai handvast aan met een wartelmoer
(OD=25 mm (0,98 in.)).
6. Sluit het vrije uiteinde van de permeaatleiding (blauw, OD=4 mm (0,16 in.)) aan op de
aansluiting aan de zuigzijde van de regelkast
7. Dompel de gemonteerde filter onder in het water. Wij adviseren om de slang vast te
zetten met een slangklem (niet inbegrepen in de levering).
Opmerking: De schroefaansluiting van de filter moet ongeveer 100 mm (3,94 in.) diep worden
ondergedompeld.
Opmerking: De filter moet zich op minimaal 100 mm (3,94 in.) afstand van de bodem van het
bekken bevinden.
Gevaar van elektrische schokken.
Zorg dat de voedingsspanning voor de regelkast en de optionele compressor 230 V/50 Hz (of
uitvoering 115 V/50 Hz) bedraagt, FI-gezekerd door de klant.
Leg kabels en slangen altijd vlak, zodat zij geen struikelgevaar opleveren.
1. Installeer de regelkast in de onmiddellijke omgeving van de bekkenhouder of in een
instrumentbehuizing naast de analysers.
2. Kies de installatiehoogte van de regelkast zodanig dat de afvoer van het overloopvat
op hetzelfde niveau of hoger ligt dan de toevoer van de klant naar de analyser.
B
Steek de slang in het koppelstuk, tegen eventuele
weerstand in, totdat u bij de markering bent
aangekomen.
2
Slang
(Afbeelding
5). Kort de leiding zo nodig in.
(Afbeelding 3, pagina
G E VA A R
V O O R Z I C H T I G
13).