Inhoudsopgave
Advertenties
GEBRUIKSAANWIJZING
SLT Geluidsalarmsysteem
11.3 20 mA Parameterinstelling
Om de parameterinstelling voor 20 mA te veranderen, drukt u allereerst twee sec. lang op de SET
toets. Op het display verschijnt „dPSt". Druk nogmaals op de SET toets. Op het display verschijnt nu
„20-A". Druk nu op de pijltoetsen, om naar de configuratiemodus te gaan en de parameterinstelling
voor 4 mA te veranderen. Met het drukken op SET slaat u de instellingen op.
11.4 Filterfunctie
Om de instelling van de filterfunctie te veranderen, drukt u allereerst twee sec. lang op de SET toets.
Op het display verschijnt „dPSt". Druk vervolgens driemaal op de SET toets. Op het display verschijnt
nu „FiLt". Gebruik nu de pijltoetsen, om naar de configuratiemodus te gaan en de instelling van de
filterfunctie te veranderen. Hier geldt: hoe hoger de waarde, hoe meer er wordt gefilterd. Met het
drukken op SET slaat u de instellingen op.
11.5 Hysterese voor de controlefunctie
Om de instelling van de hysterese voor de controlefunctie te veranderen, drukt u allereerst twee sec.
lang op de SET toets. Op het display verschijnt „dPSt". Druk vervolgens viermaal op de SET toets. Op
het display verschijnt nu „CtHY". Gebruik nu de pijltoetsen, om naar de configuratiemodus te gaan en
de instelling van de hysterese voor de controlefunctie te veranderen. Met het drukken op SET slaat u
de instellingen op.
11.6 Hysterese voor de alarmfunctie
Om de instelling van de hysterese voor de alarmfunctie te veranderen, drukt u allereerst twee sec.
lang op de SET toets. Op het display verschijnt „dPSt". Druk vervolgens vijfmaal op de SET toets. Op
het display verschijnt nu „ALHY". Gebruik nu de pijltoetsen, om naar de configuratiemodus te gaan
en de instelling van de hysterese voor de controlefunctie te veranderen. Met het drukken op SET
slaat u de instellingen op.
11.7 Offset
Om de instelling van de offset te veranderen, drukt u allereerst twee sec. lang op de SET toets. Op
het display verschijnt „dPSt". Druk vervolgens zesmaal op de SET toets. Op het display verschijnt nu
„oFSt". Gebruik nu de pijltoetsen, om naar de configuratiemodus te gaan en de instelling van de
offset te veranderen. Met het drukken op SET slaat u de instellingen op.
11.8 Gain instelling
Om de instelling van de gain te veranderen, drukt u allereerst twee sec. lang op de SET toets. Op het
display verschijnt „dPSt". Druk vervolgens zevenmaal op de SET toets. Op het display verschijnt nu
„GAin". Gebruik nu de pijltoetsen, om naar de configuratiemodus te gaan en de instelling van de gain
te veranderen. Met het drukken op SET slaat u de instellingen op.
10
Advertenties
Inhoudsopgave
