6.2 - De motoren
Voor de bekabeling van de motor zonder elektronische kaart, gebruikt u de kabel 2x1.5mm² en een
kroonsteentje dat in de motor is geplaatst. Stop de kabel in de kabelwartel en span deze aan
• Voor een opening naar de binnenkant met motor gemonteerd op de linkerzuil OF
• Voor een opening naar de buitenkant met motor gemonteerd op de rechterzuil (zicht vanaf de binnenkant)
L0
L1
-
PROG
Zwart
M1
• Voor een opening naar de buitenkant met motor gemonteerd op de linkerzuil (zicht vanaf de binnenkant) OF
• Voor een opening naar de binnenkant met motor gemonteerd op de rechterzuil
L0
L1
-
PROG
Rood
M1
6.3 - Het knipperlicht
• Sluit de draden van het knipperlicht aan op de aansluitblok, zoals in het onderstaande schema en sluit de
aansluitblok opnieuw aan.
• Gebruik de kabel met een diameter van minstens 2 x 0,5 mm2.
• Let op de polariteit van de aansluiting
+ -
L2
L3
L4
BAT TRANS
+
OK
Rood
Zwart
Rood
M2
+ -
L2
L3
L4
BAT TRANS
+
OK
Zwart
Zwart
Rood
M2
C - INSTALLATIE
De motor die als eerste opent, moet
worden aangesloten op de M1-
uitgang van de elektronische kaart.
De motor die als eerste opent, moet
worden aangesloten op de M1-
uitgang van de elektronische kaart.
31
NL