Proline Prosonic Flow I
10. Snijd de boorgaten uit en bewerk de gaten (ontbramen, reinigen) als voorbereiding voor
het inlassen van de sensorhouders. De gaten voor de sensorhouder zijn paarsgewijs (CH
1 - CH 1 en CH 2 - CH 2).
11. Plaats sensorhouders in de eerste twee boorgaten en lijn deze uit met de trajectstaaf
(uitlijngereedschap). Puntlassen met de lasmachine en vervolgens vastlassen van beide
sensorhouders. Schroef voor het uitlijnen van de trajectstaaf de twee geleiders in de
sensorhouders.
12. Las de beide sensorhouders vast.
13. Controleer nogmaals de weglengte, sensorafstanden en booglengtes. Een afwijking van
de correcte lengte kan later als correctiefactor worden ingevoerd bij de inbedrijfname
van het meetpunt.
Endress+Hauser
CH 1
CH 2
CH 2
Montage
CH 1
A0044960
A0044961
21