Verzekert u zich ervan dat de patiënt stil zit en zich midden
in de koepel bevindt. Pas de positie van de patiënt en/of de
hoogte van de koepel aan.
Na de beeldopname, controleer deze en wanneer de
beelden acceptabel zijn, sla ze op.
4.1.2
Het plaatsen van de patiënt
Doe het volgende om een patiënt zo te plaatsen dat de GSN
zichtbaar is in alle camerabeelden:
Camerabeeld
In elk camerabeeld
Camera 1
Camera's 7 en 11
Camera's 3, 6, 7, 8, 10, en 11
Tegenoverliggende camera's—
3 en 6,
4 en 5, 7 en 11, en 8 en 10
50
Verzekert u zich ervan dat...
sensorweerkaatsing minimaal is en de
sensornummers leesbaar zijn.
drie hoofdpunten zichtbaar zijn.
Opmerking: Dit is misschien niet mogelijk
voor de camerabeelden van 7 en 11 door de
camerahoek.
mogen geen sensoren gedraaid zitten
op de achterkant van het hoofd van een
patiënt in camerabeelden 8, 9 en 10.
De patiënt zit in het midden.
De sensoren bij het puntje van het hoofd
zijn zichtbaar.
De fiduciaire punten (voor het oor, kruin en
neus) zijn zichtbaar.
De patiënt zich in de meest symmetrische
houding die mogelijk is.
Gebruikershandleiding GPS 3.0 | 8103012-00 1 juni 2015