b) Rotorbladhouders controleren
Aldus kunnen de vier hoofdrotormessen (1) tijdens de
vlucht op 180° ten opzichte van elkaar automatisch wor-
den uitgelijnd, waarbij de bladhouder-schroeven (2), die
van onder in de bladhouder grijpen, niet te strak worden
aangedraaid.
Als u de modelhelikopter 90° opzij kantelt, moeten de ro-
torbladen zelf naar beneden kunnen klappen zoals weer-
gegeven in de bovenstaande afbeelding 6.
Opgelet!
Maar draai de bevestigingsschroeven niet te
veel los, anders is het volgen van de rotorbla-
den niet langer correct en lopen de bladpunten
op verschillende hoogtes.
Opgelet!
Gebruik voor het vastdraaien van de schroeven
een geschikte schroevendraaier en let erop dat
u niet met te veel kracht werkt. De schroef-
draadgangen resp. het schroefmateriaal kan
anders beschadigd raken.
c) Controle van de centrifugaalgewichtsstang
Net als de hoofdrotorbladen moet ook de centrifugaalge-
wichtsstang (1) gemakkelijk te verplaatsen zijn.
Beweeg de centrifugaalgewichtsstang met één hand op
en neer (zie pijlen in afbeelding 7) en controleer hierbij of
de kogelgewrichten (2) soepel lopen.
De mechanica moet soepel werken, mag echter geen spe-
ling in de lagers vertonen.
14
Afbeelding 6
Afbeelding 7