Inhoudsopgave
Advertenties
7
Elektrische aansluiting
7.1 Algemene veiligheidsinstructie
Personeel:
Elektriciens
GEVAAR!
Stroomstoot bij aanraking van spanningsgeleidende
onderdelen. Electrische onderdelen staan onder een
gevaarlijke electrische spanning.
–
Aan de electrische componenten mogen enkel
vakbekwame electromonteurs werken.
–
Tijdens werkzaamheden aan de elektronica, de
voedingsspanning uitschakelen.
7.2 Handleiding voor elektrische aan-
sluiting en verbinding met GBS
Voedingsspanning
De rookafvoerklep kan met een servomotor met een
voedingsspanning van 230 V AC of 24 V AC/DC
uitgerust zijn. Hiervoor voor de vermogensgegevens
op het typeplaatje van de motor bekijken.
Met inachtname van de vermogens en schakel-
pieken is een parallele aansluiting van meerdere
motoren mogelijk.
De elektrische aansluiting gebeurt volgens hier
weergegeven voorbeelden.
Hulpschakelaar
Bij toepassing moet erop gelet worden dat de con-
tacten van de hulpschakelaars na eenmalige scha-
keling met grote stroomsterkte niet meer in het milli-
amperebereik toegepast kunnen worden.
Een combinatie van net- en laagspanning is bij hulp-
schakelaars niet toegestaan.
Functiebehoud van elektrische bekabeling
Elektrische bekabeling voor voedingsspanning van
rookafvoerkleppen, bijvoorbeeld in mechanische rook-
afvoerinstallaties en overdrukinstallaties, moeten een
functiebehoud van minstens 90 minuten hebben. Elek-
trische bekabeling in vlucht-trappenhuizen moet een
functiebehoud van minstens 30 minuten hebben.
Motoren met 24 V AC/DC
Motoren alleen aan veiligheidstransformatoren aan-
sluiten. De aansluitkabels zijn voorzien van stekkers.
Deze aansluiting aan het TROX AS-i bussysteem is
daarmee snel gemaakt. Voor het aansluiten aan een
klemmenstrook, moet de aansluitkabel ingekort worden.
Kabeldoorvoeringen in de motoromkapseling
De elektrische aansluitkabel met nauwkeurige boring
(∅kabel +1 mm) in de motoromkapseling voeren (niet
door deksel). Voor het boren het deksel demonteren
zodat zekergesteld kan worden dat bij het boren
geen onderdelen (bijv. stuurmodule) beschadigd kunnen
worden.
Een trekontlasting moet aangebracht worden.
Bij een handmatige ontgrendeling (MA) raden wij aan
de aansluitkabel van het aanbouwdeel (servomotor of
module) met een keramische klem aan te sluiten.
Externe omkapseling voor stuurmodule
De externe omkapseling ( Afb. 4 ) kan op geschikte
plaats op een wand aangebracht worden. De bekabe-
ling tussen stuurmodule en servomotor van de klep
gebeurt in het werk. De elektrische aansluitkabels met
nauwkeurige boring (∅kabel +1 mm) in de motorom-
kapseling voeren (niet door deksel). De elektrische aan-
sluitkabels tussen externe omkapseling en rookafvoer-
klep, moeten voldoen aan de eisen voor functiebehoud
van elektrische installaties.
Een trekontlasting moet aangebracht worden.
Bij een handmatige ontgrendeling (MA) raden wij aan
de aansluitkabel van het aanbouwdeel (servomotor of
module) met een keramische klem aan te sluiten.
7.3 Servomotoren
Draaimomenttabel
De servomotor van de EK-JZ wordt per grootte afhan-
kelijk van draaimoment en de besteloptie (Bestelsleutel)
geselecteerd. Aan de hand van de draaimomenttabel
kan de juiste servomotor bepaald worden. Voor tus-
senliggende groottes moet de eerstopvolgende grootte
gekozen worden.
Aansluitvoorbeelden en technische gegevens zie vol-
gende pagina's.
Rookafvoerkleppen EK-JZ
Elektrische aansluiting
Servomotoren
99
Advertenties
Inhoudsopgave
