N
8.12 Ontvanger- en sensorgebruikstoestanden
testen
1.
2.
1. Test-toets (bijv. met balpen) indrukken.
wordt weergeven en voor de eerst aangemelde ont-
TEST
vanger knippert / knipperen V op het display. (De kanalen
van de ontvangers knipperen tot er weer contact is).
2. Ontvanger met de
en met de OK-toets bevestigen.
Volgende ontvangergebruikstoestanden worden aangegeven :
• Verbinding (symbool zendmast, zie 3. Toetsfuncties en display )
• Batterijspanning (bijv.
(Bij een batterijspanning van < 4,5 V moet de batterij vervangen
worden.)
• Ontvangertemperatuur (bijv.
• Ontvangernummer (bijv.
Volgende sensorgebruikstoestanden worden aangegeven :
• Sensor er opgestoken en meldt „vocht":
( bijv. sensor 1 en 4 =
• Sensor er niet opgestoken :
(bijv. sensor 3, 6, 7 en 9 = 3, 6, 7 en 9)
• Alleen voor bodemvochtigheidsensor art. 1187:
er opgestoken en droog :
(bijv. sensor 8 meldt droog =
Bij de elektronische regensensor art. 1189 wordt „opgestoken"
en „open" niet aangegeven (
8.13 Reset
De afstandsbediening wordt op de basisstand terug-
A
gezet en alle programmagegevens worden gewist.
Er zijn de volgende 3 mogelijkheden om een reset uit te voeren:
1. Netspanning aansluiten (bij eerste ingebruikneming)
– of –
2. Batterijen in afstandsbediening plaatsen (zonder aansluiting
elektriciteit)
– of –
3. Reset-toets (bijvoorbeeld met balpen) indrukken.
De door de Reset-toets geactiveerde reset kan op alle
bedieningsniveaus geactiveerd worden.
• Alle symbolen van het display worden gedurende 2 seconden
aangegeven.
• De programmagegevens van alle programma's worden gewist.
• Alle ontvangers worden afgemeld.
• De handmatige looptijd wordt op 30 minuten (
• PIN-code wordt op
Dan geeft het display het tijdsniveau aan.
Tip : wendt u bij vragen over de bediening en programmering
tot de GARDENA service. Wij helpen u graag.
66
- -toetsen kiezen (bijv. V 6 tot V 9)
5 5 8 8
= 5,8 V)
2 2 5 5
°C)
2 2 7 7 8 8
)
staat
1 en
4)
uit
knippert
8 knippert)
uit).
0 0 : : 3 3 0 0
) gezet.
0 0 0 0 0 0
gezet.
9. Opheffen van storingen
Storing
Mogelijke oorzaak
Ontvanger voor afstands-
Batterijen zijn niet in de juiste
bediening kan niet aangemeld
positie in de batterijhouder
worden
geplaatst.
Er wordt een ongewenste
Korte stroomuitval bij gebruik
reset uitgevoerd
van de radiocentrale alleen met
adapter zonder batterijen.
Geen indicatie van de actieve
De radiocentrale bevindt zich
kanalen
in sensoraanzicht.
Geen display-indicatie
Voeding niet in het stopcontact
gestoken.
Geen batterij geplaatst of
batterij op.
Buitentemperatuur beneden
de – 10 °C of boven de + 50 °C.
Batterij na kort gebruik
Geen alkali-batterijen gebruikt.
reeds op
Voeding niet in het stopcontact
gestoken.
Fout bij de gegevensover-
Schakelaar ontvanger niet
dracht
of niet correct aangesloten.
knippert op het display
Slechte verbinding.
ERROR
(fout in de gegevensoverdracht)
en kanaal knipperen
Zwakke batterij in de ontvangers. v Batterij in de ontvangers
op het display
v Lees ook de storingstabel van de beregeningsventielen en de
ontvanger.
Bij ander storingen verzoeken wij u zich in verbinding te stellen met de GARDENA Service.
10. Buiten gebruik stellen
Overwinteren :
v Voor de vorstperiode de kleppen uit de klepschacht halen
en op een vorstvrije plaats opbergen.
Installatie stilleggen :
v Batterijen uit de ontvangers voor afstandsbediening halen
en de batterijdeksel correct sluiten.
Nu kan er geen water in de ontvanger voor afstandsbediening
binnendringen.
De batterijen alleen leeg weggooien.
Belangrijk
v Geef de opgebruikte batterijen af op het verkooppunt
of
lever de batterij in bij het chemisch afval.
N
Oplossing
v Batterijen conform de
gebruiksaanwijzing in de
ontvanger voor afstands-
bediening plaatsen.
v Batterijen plaatsen (zie
7.1 Radiocentrale in gebruik
nemen ).
v Radiocentrale op kanaal-
aanzicht schakelen (zie
8.11 Kanaal- en sensor-
aanzicht ).
v Voeding in het stopcontact
steken.
v Batterij plaatsen
(zie 7.1 Afstandsbediening
in gebruik nemen ).
v Wachten tot het bedrijfs-
temperatuurbereik weer
bereikt is.
v Alkali-batterijen
1,5 V Mignon gebruiken.
v Voeding in het stopcontact
steken.
v Schakelaar ontvanger
correct aansluiten.
v Afstand tot de ontvanger
verkleinen.
vervangen.
67