N
6. Beregeningsventielen en afstandsbediening coderen
v Met de bij de beregeningsventielen meegeleverde stickers de
beregeningsventielen en afstandsbediening overeenkomstig
de kanalen van het besturingsschema coderen.
Daarmee zijn de kanalen eenduidig toegewezen aan de afstands-
bedieningen / -schakelaars. Belangrijk o.a. bij de heringebruikne-
ming van de installatie in het voorjaar..
(Bijv. : Sprinkler-systeem = kanaal 1,2 en 3, Lightline = kanaal 5)
7. Ingebruikneming besturingssysteem
De batterijen mogen nog met in de ontvangers gelegd wor-
den en / of de relais voor de afstandsbediening mag nog niet
in het stopcontact gestopt zijn.
V Eventueel de batterijen uit de ontvangers halen en /of
de relais voor de afstandsbediening uit het stopcontact
halen.
2.
7.1 Afstandsbediening in gebruik nemen
1. Bijgevoegde antenne op de afstandsbediening steken.
2. Afstandsbediening met de aansluitkabel van de meegeleverde
netadapter verbinden en de elektriciteitskabel in een stopcon-
3. (a)
(b)
tact (230 V) steken
– en –
batterijen in de afstandsbediening plaatsen.
De afstandsbediening piept en
knipperen op het display.
3. (a) console op gewenste plaats opstellen of
(b) console aan de wand bevestigen.
Batterijen in de afstandsbediening leggen :
D
De afstandsbediening is bedoeld voor gebruik met elektriciteit.
De batterijen dienen voor het bewaren van gegevens bij
stroomuitval. Als de verbinding met het elektriciteitsnet is onder-
broken hebben de batterijen slechts een beperkte levensduur.
Voor gebruik zonder elektriciteit zijn 4 x 1,5 V Mignon-batterijen
nodig (geen oplaadbare accu's gebruiken). Zodra de afstands-
C
bediening weer aan het elektriciteitsnet wordt aangesloten worden
deze batterijen niet verder gebruikt.
1. Deksel
beneden er uitschuiven en batterijvak
C
2. Eventueel lege batterijen uit het batterijvak
nieuwe batterijen
D
B
(zie + / – aanduiding van het batterijvak en de batterijen).
3. Batterijvak
E
leggen (zie + / – aanduiding van de afstandsbediening
–
+
4. Deksel
Het plaatsen van de batterijen zonder elektriciteitsgebruik
zorgt voor een reset.
het display en de tijd en de weekdag moeten ingegeven worden
(zie 7.2 Actuele tijd en weekdag instellen ).
58
en de urenindicatie
TIME
B
aan de achterkant van de afstandsbediening naar
C
er uithalen.
C
halen en
D
in de juiste stand in het batterijvak leggen
C
in de juiste stand in de afstandsbediening
B
naar boven schuiven en batterijvak sluiten.
en de urenindicatie
0 0
knipperen op
TIME
1.
2.
Hoofdniveau
3.
1.
2.
0 0
3.
E
).
7.2 Actuele tijd en weekdag instellen
1. Tijd-uren met de
- -toetsen instellen (bijv.
en met de OK-toets bevestigen.
en de minutenindicatie knipperen op het display.
TIME
2. Tijd-minuten met de
- -toetsen instellen (bijv.
en met de OK-toets bevestigen.
en de weekdagindicatie knipperen op het display.
TIME
3. Weekdag met de
- -toetsen instellen (bijv. Sa
met de OK-toets bevestigen.
Het hoofdniveau wordt weergegeven.
7.3 Ontvanger aanmelden
1. Setup-toets (bijv. met balpen) indrukken en de aanmeldmodus
van de afstandsbediening oproepen.
wordt aangegeven en de vrije kanalen knipperen op
SETUP
het display.
2. Batterijen in slechts één ontvanger leggen
– of –
slechts één relais aansluiten.
De ontvanger of de relais meldt zich dan automatisch aan
(bijv. 4-kanaals ontvanger).
2 2 7 7 8 8
Het ontvangerherkenningsnummer (bijv.
) wordt weergegeven
en de kanalen van de ontvanger knipperen (bijv. kanaal V 1 tot
V 4 ).
Mogelijke indicaties bij aanmelding van een ontvanger :
4-kanaalsontvanger
2-kanaalsontvanger
3. Kanaalnummer(s) conform het besturingsschema met de
- -toetsen instellen (bijv.
6 tot
9) en met de OK-toets
de kanalen aanmelden.
De aangemelde kanalen knipperen niet meer.
4. Stap 2. en 3. herhalen tot alle ontvangers zijn aangemeld.
5. Menu – toets indrukken. Het hoofdniveau wordt aangegeven.
6. Zendweg testen (zie 7.4 Zendweg testen ).
N
1 1 2 2
uur)
3 3 0 0
minuten)
zaterdag)
1-kanaalsontvanger
59