N
8. Extra functies
8.1 Kanaal met handmatig openen / sluiten
1.
2.
Vereiste :
Alle ontvangers zijn aangemeld en de hendels van de berege-
ningsventielen staan op stand „AUTO".
1. Man On / Off-toets indrukken.
wordt op het display weergegeven en de V knippert.
MAN
De kanalen knipperen tot de verbinding is gemaakt.
Het opbouwen van de verbinding kan max. 60 sec duren.
2. Met de
OK-toets het kanaal openen (bijv. V 7) c.q. sluiten (bijv. V 7).
Voor het geopende kanaal verschijnt een
RUN-TIME
Als een kanaal met de hand geopend wordt, knippert de urenindi-
catie van de openingsduur en
3.
4.
In deze tijd kan de openingsduur veranderd worden. De openings-
duur kan dan tussen
3. Binnen 5 seconden de openingsduur met de
wijzigen (bijv.
4. Openingsduur-minuten met de
en met de OK-toets bevestigen.
5. Man On / Off-toets indrukken om de handmatige bediening te
beëindigen. Het hoofdniveau wordt op het display weergegeven.
Tijdens het handmatig openen van kanalen worden uitgevoerde
programma's met
8.2 Actuele tijd en weekdag wijzigen
1. Menu + toets indrukken. Het tijd-niveau wordt weergegeven.
2. De tijd en / of de weekdag wijzigen (zie 7.2 Actuele tijd en
weekdag instellen ).
8.3 Bestaand programma wijzigen
Als op één van de 32 programmageheugenplaatsen reeds een
programma voorhanden is, kan dit gewijzigd worden zonder
dat het opnieuw ingesteld moet worden.
De waarden voor programma-starttijd, -duur, -dagen en de toe-
gewezen kanalen zijn vooringesteld. Daarmee behoeven alleen
de werkelijk te wijzigen waarden van het programma veranderd
te worden.
De waarden die niet veranderd moeten worden kunnen eenvoudig
met de OK-toets overgenomen worden.
8.4 Programmeermodus voortijdig beëindigen
v Menu + toets 2-maal indrukken.
De programmeermodus wordt beëindigd en de tot dan inge-
geven wijzigingen blijven behouden.
Het hoofdniveau wordt weergegeven.
62
- -toetsen de V op het kanaal instellen en met de
en de openingsduur
0 0 : : 3 3 0 0
(bijv.
) wordt op het display weergegeven.
gedurende 5 seconden.
RUN-TIME
0 0 : : 0 0 1 1
9 9 : : 5 5 9 9
en
ingesteld worden.
- -toetsen
1 1
) en met de OK-toets bevestigen.
- -toetsen wijzigen (bijv.
weergegeven en niet onderbroken.
PROG
1.
2.
3.
4.
1 1 0 0
)
2.
3.
8.5 Ontvangers afmelden
1. Setup-toets (bijv. met balpen) indrukken.
wordt weergegeven en de vrije kanalen knipperen
SETUP
op het display.
2. Menu + toets indrukken (ontvangers weergeven / afmelden).
Voor de eerste
1 1
aangemelde ontvanger worden pijlen V
weergegeven (bijv.
1 1
= eerste ontvanger, V 1)
3.
- -toetsen zo vaak indrukken tot
en de V voor de ge-
OFF
wenste ontvanger knipperen (bijv.
3 3
= derde ontvanger, V 6
tot V 9 ).
4. Ontvanger met de OK-toets afmelden.
De
worden gewiste en de ontvanger wordt afgemeld.
Voor de eerste
1 1
nog aangemelde ontvangers worden pijlen V
weergegeven (bijv. V 1 ).
8.6 Masterkanaal
Het masterkanaal is een kanaal dat tegelijkertijd met andere kana-
len in gebruik kan worden genomen. Belangrijk bijv. als een besproei-
ingsinstallatie via een pomp gevoed wordt en de pomp altijd dan
actief moet worden als een beregeningsventiel geactiveerd wordt.
Ontvanger / relais als masterkanaal aanmelden :
1. Setup-toets (bijv. met balpen) indrukken om de aanmeldmodus
van de afstandsbediening op te roepen.
wordt weergegeven en de vrije kanalen knipperen op
SETUP
het display.
2. Batterijen in de ontvanger leggen of de relais die als master-
kanaal aangemeld moet worden in het stopcontact steken.
De ontvanger of de relais meldt zich dan aan.
3. Masterkanaal
met de
- -toetsen instellen en met de
M
OK-toets aanmelden.
De ontvanger / relais is als masterkanaal aangemeld.
Masterkanaal toewijzen :
1. Masterkanaal aanmelden (zie 7.3 Ontvangers aanmelden ).
2. Setup-toets (bijv. met balpen) indrukken.
wordt weergegeven en de vrije kanalen knipperen op
SETUP
het display.
3. Menu + toets zo vaak indrukken tot
MASTER
aangegeven wordt en de V voor het eerst aangemelde kanaal
knippert.
4. Kanaal met de
- -toetsen kiezen en met de OK-toets voor
het masterkanaal deactiveren (bijv. V 11) c.q. activeren.
N
op het display
63