Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Sbguidance > Inschakelen Kopakkerbeep; Sbguidance > Smart Grid > Raster Punten Instellen - Raven SBG Grid Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

RCU V3 I Rev. A I Grid
5.4. SBGuidance > inschakelen
kopakkerbeep
Schakel vervolgens op de tweede pagina van de
afmetingenwizard van het werktuig of virtuele
werktuig (Figuur 11 - Figuur 12) het
kopakkersignaal in (Figuur 13).
5.5. SBGuidance > Smart Grid > Raster
punten instellen
Om rasterpunten aan te zetten, druk op SMART
GRID en zet Status: On. (Figuur 14). Bij
Configuratie kan de afstand tussen de
rasterpunten en de marge van de rasterpunten
worden ingesteld
Afstand D: Afstand tussen de
rasterpunten
Afstand M: De marge van de
rasterpunten
Afstand S: Breedte afhankelijk van de
bewerking
Er zijn verschillende raster modi: rechthoekig,
driehoekig, een patroon uit een shape file of
raster patroon instellen (Figuur 15).
Op de volgende pagina van 'Raster Instellening´
(Figuur 16) kan het referentie punt voor de
rastersignalen aangegeven worden,
bijvoorbeeld Antenne (MAIN) of werktuig
achteraan. Bij Signaal 1 en 2 zijn er twee
mogelijkheden, beep en CAN I/O. Het is
noodzakelijk dat CAN I/O bij Signaal 1 wordt
gekozen. Als er nu over een rasterpunt gereden
wordt schakelt pin 1 en geeft pin 3 een puls
met de lengte van de ingestelde waarde. Als
ook Signaal 2 op CAN I/O wordt gezet,
schakelen nu pin 1 en 2 als er over een
rasterpunt wordt gereden en geven pin 3 en 4
een puls met de lengte van de ingestelde
waarde.
Voor de pin omschrijving, ga naar 2.1 Pin
Omschrijving op Pagina 12
Figuur 13 Kopakkersignaal instellen
Figuur 14 Smart Grid ON
Figuur 15 Raster Instellingen - Raster patroon
instellen
Pag 19/21 I SBG-RCU Grid-NL-Rev. A

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave